This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Goeiemorgen!
Hebben jullie een fijne vakantie gehad?
Toets verplaatst naar volgende week
Slide 1 - Slide
Online lessen
Camera's aan, dat is voor mij 100x leuker lesgeven
En dan wordt het voor jullie hopelijk ook iets leuker
Slide 2 - Slide
Het leukste dat ik in de vakantie gedaan heb is:
Slide 3 - Open question
Vandaag op de planning
Herhaling krachten aan de hand van een aantal vragen
Slide 4 - Slide
Je kan een kracht die op een voorwerp werkt op twee manieren herkennen, welke twee?
Slide 5 - Open question
Welke eenheid hoort bij de grootheid van Kracht (F)
A
Kilogram (kg)
B
Newton (N)
C
meter per seconde (m/s)
D
Energie (J)
Slide 6 - Quiz
Hoe noemen we de pijl waarmee je een kracht laat zien?
A
Vector
B
Krachtenpijl
C
Index
D
Resultante
Slide 7 - Quiz
Je gewicht is ALTIJD hetzelfde als je massa
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat bereken je met de formule F=m*g?
A
Veerkracht
B
Massa
C
Zwaartekracht
D
Versnelling
Slide 9 - Quiz
In de formule F=m*g, staat de g voor de valversnelling op aarde. Wat is de juiste waarde voor g?
A
6,35
B
8,23
C
9,81
D
12,91
Slide 10 - Quiz
Zwaartekracht
In het plaatje hiernaast zie je de zwaartekracht van de bank getekend. De pijl noemen we een vector.
De zwaartekracht van de bank
bereken je met F= m * g
m= de massa v.d. bank in kg
g= 9,81
De eenheid van F = N van Newton
Slide 11 - Slide
Hefbomen
Naast dat we met de zwaartekracht moeten kunnen rekenen moeten we ook met hefbomen kunnen rekenen. De volgende vragen gaan over hefbomen.
In het plaatje hiernaast staan een
aantal hefbomen afgebeeld.
Slide 12 - Slide
De formule om te kunnen rekenen met een hefboom is M = F * r Waar staat M voor?
A
Massa
B
Moment
C
Minuut
D
Mighty
Slide 13 - Quiz
A
Slide 14 - Quiz
Katrollen
Naast hefbomen zijn er ook katrollen, deze werken op ongeveer dezelfde manier. De formule die we gebruiken om te rekenen met een katrol is W = F * s
Slide 15 - Slide
Hefboom
M = F * r
M = moment in Nm
F = Kracht in N
r = lengte van de arm in m
Katrol
W = F * s
W = Arbeid in Nm
F = Kracht in N
s = afstand van getrokken touw in m
Slide 16 - Slide
Hefboom vs Katrol
Deze twee formules werken op ongeveer dezelfde manier. Deze twee formules komen terug op de toets en je zult hiermee moeten kunnen rekenen. Vind je dit nog lastig, maak de opdrachten van het boek of zoek een filmpje op Youtube
Slide 17 - Slide
Ik wil een blok van 90 kg optillen met 1 vaste en 1 losse katrol, hoeveel kracht moet ik ongeveer leveren?
A
900 N
B
450 N
C
300N
D
100N
Slide 18 - Quiz
Met een Katrol kan ik de arbeid die ik moet verrichten om een voorwerp op te tillen verlagen.