Samenwerken met beroepsgroepen in de keten

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt van je verwacht? 
Aan de hand van de eindopdracht onderzoek je welke kennis en vaardigheden je nodig hebt om als Verpleegkundige te kunnen deelnemen aan een overleg. 
Aansluitend ga je in de praktijk aan de slag met Consortiumopdrachten VP-B-K2W2 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Proces
  • Er is een leergroep gevormd waarbij een samenwerkingscontract is opgesteld. Voeg dit bij je opdracht. 
  • Er is een casus ingebracht vanuit de praktijk en deze is van feedback voorzien door de medestudenten uit de peergroep
  • Er zijn relevante opdracht – en casusgerichte leervragen geformuleerd en beschreven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • zie boekje KR-Marc Bakker
  • Zie toelichting mogelijke uitwerking per stap (zie map teams thema 9)  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

Marc Bakker vertelt in het kort het belang van klinisch redeneren in samenwerking met andere collega's en andere disciplines. 
Welke ervaring heb je met klinisch redeneren in samenwerking met anderen?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Zes stappen van klinisch redeneren
1. Oriënteren op de situatie
2. (klinische) probleemstelling
3. Aanvullend onderzoek
4. Beleid
5. Verloop 
6. Evaluatie 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stap 1: oriënteren op de situatie 
  • Begin met de persoonsgegevens,  beschrijving van de situatie en voorgeschiedenis?
  • Hoe gaat het met jouw cliënt/patiënt?
  • Maak gebruik van redeneerhulpen. 
  • Jouw leervragen en feedback van medestudenten.
  • Wat is jouw rol bij deze stap? 

Slide 8 - Slide

Het is de bedoeling dat je de situatie van de patiënt overziet. Je gaat het (klinische) beeld van de patiënt beoordelen en presenteren. Maar misschien nog wel belangrijker is het kunnen beargumenteren wat je ziet. Daar leer je van!  Bijvoorbeeld je patiënt is uit bed gevallen in je nachtdienst. 
Stap 2: probleemstelling 
Formuleer een verpleegkundige PES en een dilemma 
Beredeneer de problematiek en de prioriteit. Standaard vragen:
  • Aan welke verpleegkundige diagnose denk je? 
  • Redeneerhulpen
  • Formuleer een PES (één) 
  • Formuleer een dilemma 
  • Het is goed als het probleem en dilemma in relatie staan met elkaar. 
  • Ook hier niet vergeten wat is jouw rol in deze stap? 


Slide 9 - Slide

Je bevindt jezelf in een situatie, maar wat is nu eigenlijk het probleem? In deze stap is het de bedoeling dat je kunt aantonen wat feitelijk de problemen zijn. Daarbij onderscheid je niet alleen lichamelijke (somatische) en mentale (psychosociale) aspecten, maar je moet ze ook zo nodig kunnen linken met elkaar. Heeft het één met het ander te maken? Lokt het lichamelijke het mentale wellicht uit? Het is ook in deze stap dat je onderzoekt welk probleem prioriteit heeft en welke wellicht op de lange baan geschoven kan worden. In deze stap zoeken verpleegkundigen vaak uit welke orgaansystemen worden aangesproken bij dit probleem (bijvoorbeeld het zintuiglijke systeem, het ademhalingsstelsel of het bewegingsstelsel). Een voorbeeld kan zijn: je patiënt is uit bed gevallen, want hij is nachtblind en kon daardoor niet goed zien. Als prioriteit is het somatische deel: bloed de patiënt actief? Is er schade aan/in het hoofd? Minder prioriteit heeft op dít moment het minder goed kunnen zien in het donker. Dat probleem pak je later aan, wanneer de problemen met de hogere prioriteit zijn bekeken. 
Redeneerhulpen 
  • Zelfredzaamheidsradar
  • Spinnenweb van Huber.
  • Risicosignalering
  • SCEGS Methode
  • ICF 
  • enz
MindMaps- Marc Bakker 
  • Spijsverteringsstelsel 
  • Activiteiten en participatie 
  • bloedwaarden (blz 36)
  • Orgaansystemen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: aanvullend onderzoek 
  • Beredeneer welke informatie nog nodig is (medisch en verpleegkundig) 
  • Welke aanbevelingen t.a.v. aanvullend onderzoek/interventies zou jij in deze situatie willen doen of verwacht je dat nodig is om de diagnose te bevestigen?
  • Welke andere disciplines zullen mogelijk bij deze situatie worden betrokken en waarom.
  • Wat is jouw rol bij deze stap 

Slide 11 - Slide

n de volgende van de 6 stappen ga je bedenken wat je nog meer zou willen weten van de situatie om alles goed te kunnen overzien. En om daarmee weloverwogen keuzes te maken. Is er meer informatie nodig? Heb je de hulp van een andere discipline nodig, zoals een arts? Een voorbeeld kan zijn: ik wil graag weten of deze patiënt koorts heeft door het meten van de temperatuur. Of: om eventuele hersendruk te meten check ik zijn pupillen
Stap 4. Beleid 
Beredeneer hoe de problematiek effectief aangepakt kan 
Standaard vragen:
  • Welke medische behandeling is er nodig en waarom?
  •  Wat is de rol van de verpleegkundige/verzorgende, welke interventies zijn nodig en beargumenteer waarom. (verpleegplan) 


Slide 12 - Slide

Nu kun je echt laten zien wat je waard bent als verpleegkundige. Als je met de arts moet overleggen kun je alvast al je informatie paraat hebben en de arts zo goed mogelijk bijstaan. Eventuele materialen kun je in de tussentijd al bij elkaar zoeken. Let op dat je je positie weet en niet iets doet wat buiten je verantwoordelijk ligt. Je bent niet de dokter en hoeft zijn taken ook niet uit te voeren. Een voorbeeld kan zijn: denk je dat de arts na de val van de patiënt alle
vitale functies wil weten? Dat heb jij reeds bedacht en dus heb je aan de telefoon al deze parameters al genoteerd.
Stap 5: Verloop (kennis) 
Beschrijf het verloop voor de korte en lange termijn. Onderzoek het probleem in de literatuur (noteer de bron) 

Standaard vragen:
  • Welke complicaties of problemen kunnen er ontstaan? (korte termijn / lange termijn)
  • Maak eventueel gebruik van een ordeningssysteem. 
  • Ook hier wat is jouw rol bij deze stap. 

Slide 13 - Slide

Wat zou het gevolg kunnen zijn van het beleid dat is ingezet? Wat kunnen gevolgen zijn op de korte termijn? En op de lange termijn? Welke risico’s loopt de patiënt met dit beleid en kan ik daar als verpleegkundige iets aan doen? Een voorbeeld: je patiënt is gevallen, heeft geen ernstige acute problemen en heeft hoofdpijn aan de val overgehouden. Op de korte termijn kun je hem pijnmedicatie geven. Een oplossing voor het slechte zicht kun je op de lange termijn bijstaan, door bij de arts te opperen een oogarts in consult te vragen voor advies en eventueel behandeling.
Stap 6: Evaluatie (nabeschouwing
Beschouw de zorg en jouw aandeel daarin en wat je geleerd hebt.


Mogelijkheden”
  • Intervisie op de zorg
  • Ethisch beraad op de zorg
  • Reflecteren op kwaliteit van beroepsuitoefening.
  • Of aan de hand van product- en procesvragen. 

Slide 14 - Slide

Je bent klaar met de situatie, maar de laatste stap is nog een erg belangrijke. Namelijk: wat heb je geleerd of wat zou je een andere keer anders of beter kunnen doen? Heb je soms teveel gefocust op het één en heb je iets anders daardoor te weinig aandacht gegeven? Reflecteer op je eigen handelen en evalueer met een collega of je werkbegeleider. Een voorbeeld kan zijn: mijn patiënt is gevallen en ik heb in de situatie daarna erg gefocust op zijn huidbeschadigingen. Hij bloedde gelukkig niet. Ik heb minder op zijn spraak gelet, daardoor kwam ik er pas later achter dat zijn hij niet helemaal helder sprak.Dat waren de 6 stappen van het klinisch redeneren nog eens uitgebreid uitgelegd. Bedenk dat klinisch redeneren niet goed of fout kan zijn. je kunt er enkel van leren. Iedereen reageert anders in elke situatie. Klinisch redeneren met een collega kan leuke en leerzame nieuwe visies laten zien op een situatie.
Welke evaluatievormen hebben jullie op cliënt gerichte zorg?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Samenwerking andere disciplines 
  • Maak een overzicht van alle disciplines die binnen en buiten de instelling betrokken zijn bij de zorgverlening aan de doelgroep waar jij werkt.
  • Beschrijf hoe betrokken disciplines met elkaar communiceren met betrekking tot de te verlenen zorg*
  • Beschrijf hoe afspraken worden vastgelegd*
  • Overstijgend is wanneer je de samenwerking koppelt aan wat je beroepspraktijk. 


  
.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

MDO 
  • Beschrijf wat een MDO inhoudt.
  • Beschrijf welke vergadertechnieken belangrijk zijn voor een constructief MDO overleg (onderzoek vergadertechnieken in de literatuur) 
  • Beschrijf welke vaardigheden de verpleegkundige moet beheersen om constructief te kunnen deelnemen aan een MDO.* (idem onderzoek in de literatuur) 
  • Beschrijf waarom er wel of niet sprake is van verbindend samenwerken bij de beschreven casus.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wetgeving
  • Beschrijf van de onderstaande wetten waarom deze relevant zijn bij het uitwisselen van informatie tussen zorgvrager en zorgverleners.
  • WGBO, AVG, Zorgverzekeringswet , WMO. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting / vragen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions