2021_ML: Toets jezelf (Periode 1)

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hieronder staan verschillende waarden.
De waarde ……….. past het beste bij uitgaan.
Welk woord is weggelaten?

1. betrouwbaarheid.
2. gezondheid.
3. eerlijkheid.
4. ontspanning.

Mensen die een relatie hebben, moeten elkaar trouw zijn.

Deze uitspraak is een voorbeeld van een:

1. waarde
2. norm
3. wetsregel
4. belang

Welke waarde past bij deze norm?

Een vriend haalt je over om uit te gaan terwijl je er eigenlijk geen zin in hebt. Is dit een voorbeeld van macht?

1. Ja, want hij heeft invloed op je.
2. Ja, want hij lost een belangentegenstelling op.
3. Nee, want een vriend heeft geen macht over je.
4. Nee, want overtuigingskracht is geen machtsmiddel.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Een politicus als Geert Wilders maakt gebruik van het machtsmiddel overtuigingskracht om kiezers te trekken.

2. Kiezers hebben ook macht, namelijk hun aantal.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Cultuur heeft te maken met je aangeboren eigenschappen.
2. Door socialisatie leer je de gewoonten van je groep aan.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Wat leer je niet door socialisatie?

1. Op tijd naar bed gaan.
2. Omgaan met je familie.
3. Kauwen en slikken.
4. Waarden en normen.

Welke vier manieren van leren kennen we?

Wat is cultuur?

Een ander woord voor beloning en straf is ………..

Welk woord is weggelaten?

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:

Wat voor de een normaal is, is voor de ander raar. Dat heeft onder andere te maken met de groep waar je bij hoort. Maar ook met …….………………….

Welke woorden ontbreken?

1. de regels van de wet.
2. de cultuur waarin je leeft.
3. de groepsdruk die de regering oplegt.
4. de ontwikkeling van je hersenen.

Klimaatverandering is een maatschappelijk probleem.
a. Omschrijf twee groepen en hun tegengestelde belangen bij dit maatschappelijke probleem.
b. Benoem waarden die een rol spelen bij deze tegengestelde belangen.