Les 1 numerals + comparisons

Grammar
Boek: 2/3
G12 Numerals & G18 Comparisons
Doel: Je maakt kennis met Numerals en comparisons
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Grammar
Boek: 2/3
G12 Numerals & G18 Comparisons
Doel: Je maakt kennis met Numerals en comparisons

Slide 1 - Slide

Numerals/telwoorden
  • hoofdtelwoorden
  • spelling
  • grote getallen
  • rangtelwoorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoofdtelwoorden
  • Als iets één of twee keer gebeurt, zeg je once en twice (I saw him twice). Vaker zeg je het aantal keer én times erachter: four times.
  • De op één na …ste is second (best, last); de op twee na …ste is third (biggest, fastest). Je gebruikt in het Engels dan een rangtelwoord (zie verderop).

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

miljoen en meer

Miljoen, miljard enzovoort krijgen net als honderd- en duizendtallen altijd a of one.

                                                              Dit kan (vooral bij economische                                                                      en medische onderwerpen) grote                                                                fouten opleveren in vertaling!



 

 

miljoen
Million
Miljard
Billion
Biljoen
trillion
Biljard
Quadrillion

Slide 7 - Slide

Hoofdtelwoorden: punten en komma’s

  • Bij getallen van vier of meer cijfers gebruik je een komma als scheidingsteken. > 1,855 > 20,367,110
  • Om decimalen aan te geven, gebruik je een punt.
1.2 > 15.75 > 20,367,110.58

Dit is precies tegenovergesteld aan het Nederlands!
€12,95 = £11.46 = $16.08

 

Slide 8 - Slide

Rangtelwoorden
Rangtelwoorden geven de ‘zoveelste’ aan, dus de rang in een reeks:
  • (alles eindigend op) één wordt first twenty-first
  • (alles eindigend op) twee wordt second fifty-second
  • (alles eindigend op) drie wordt third eighty-third
  • de rest eindigt allemaal op -th fourth, seventeenth

Uitzonderingen in spelling met -th: woorden op -e verliezen deze (twelfth); -y wordt -ieth (fiftieth).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Comparisons

Wanneer je iets met elkaar vergelijkt
  • De vergrotende trap gebruik je altijd met than: This car is redder than that one. (NIET then!)
  • De overtreffende trap gebruik je als iets het grootst / kleinst / meest / minst van alles is: This is the saddest story I’ve ever heard.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Opdrachten
Grammar survey  
words > words 12 + words 18

Grammar practice
Words > Gram 12 + extra gram 12
Words > Gram 18 + extra gram 18

Slide 19 - Slide