Rangtelwoorden 2

Rangtelwoorden.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rangtelwoorden.

Slide 1 - Slide

Today’s aim:
Ik kan een Engels getal in een rangtelwoord veranderen.

Slide 2 - Slide

Wat zijn rangtelwoorden?

Slide 3 - Open question

Functie van een rangtelwoord (ordinal)
Een rangtelwoord geeft de rang in bijvoorbeeld een 'lijst' aan.
Hij werd  tweede, eerste, derde in de race.
He became second, fitst, third in the race.

Slide 4 - Slide

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Slide 5 - Slide

Uitspraak 'th'
De 'th' klank is een klank die wij niet in de Nederlandse taal kennen.

Een tip om deze klank uit te spreken:
- zet je tong tegen de onderkant van je voortanden aan laat je tong los terwijl je de 'd' probeert uit te spreken.

Slide 6 - Slide

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Five  -  Fifth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 

Slide 7 - Slide

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 8 - Slide

In het kort
1e = first /1st
2e = second/2nd
3e= third/ 3rd

maar ook tientallen met als tweede cijfer 1, 2 of 3 schrijf je zo.
21 = twenty-first / 21st  twenty-second /21nd
23 twenty-third / 21rd

Slide 9 - Slide

in het kort
De andere rangtelwoorden eindigen allemaal op -th.
four > fourth (vierde)
seventeen > seventeenth (zeventiende).

soms verandert de spelling van het rangtelwoord, zodra je hier +th achter zet.

Slide 10 - Slide

In het kort
Een aantal voorbeelden van wijzigingen in spelling:
five - fifth
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth

Slide 11 - Slide

In het kort
En denk aan de afgeronde tientallen zoals 20e, 30e en 40e enz.

20e > twentieth (voorheen 20 > twenty).
de 'y' van twenty verandert in 'ie' en dan + th.
30e > thirtieth
40e > fortieth

Slide 12 - Slide

Vul in: zesde

Slide 13 - Open question

Which one is correct?

21e
A
21th
B
21e
C
21st
D
21nd

Slide 14 - Quiz

Which one is correct?

achtste
A
eighth
B
eightht
C
eightieth
D
eight

Slide 15 - Quiz

Vul in: 34e (uitschrijven).

Slide 16 - Open question

44e

Slide 17 - Open question

38e

Slide 18 - Open question

71e

Slide 19 - Open question

afkorting Engels van 1e

Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question

afkorting Engels van 2e

Slide 22 - Open question

afkorting Engels van 3e

Slide 23 - Open question

afkorting Engels van 15e

Slide 24 - Open question

afkorting Engels van 62e

Slide 25 - Open question

afkorting Engels van 39e

Slide 26 - Open question