H-2 Par. 3 Hefbomen deel -1

Hoofdstuk 2 Krachten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Krachten

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 Krachten
Paragraaf 3
Hefbomen deel 1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kunt het principe van een hefboom uitleggen.
  • Je kunt verschillende soorten hefbomen onderscheiden.
  • Je kunt de arm van een kracht herkennen en meten.
  • Je kunt berekeningen maken met het verband tussen moment, kracht en arm.
  • Je kunt de momentenwet toepassen bij de hefboomwerking in je onderarm. (plusstof) 

Slide 3 - Slide

Opdracht
Kijk in de volgende sheet naar "WipWap the Movie"
Geef antwoord op de vragen.

Slide 4 - Slide

4

Slide 5 - Video

00:46
De kleipop wil samen met de vogel op de wip. Het gaat echter niet goed. Welke oplossing is er mogelijk om toch samen te kunnen spelen?
A
De vogel moet verder naar het midden van de wip.
B
De kleipop moet lichter worden.
C
Het draaipunt van de wip moet meer richting de vogel.
D
Dit is een groot probleem waar geen oplossing voor mogelijk is.

Slide 6 - Quiz

01:01
De wip is nu in evenwicht. Hoe komt dit?
A
Aan beide kanten van de wip is de afstand van de zwaartekracht tot het draaipunt even groot.
B
Aan beide kanten van de wip is de zwaartekracht even groot, de afstand tot het draaipunt maakt niet uit.
C
Het draaipunt zit in het midden.
D
Aan beide kanten is de afstand tot het draaipunt én de zwaartekracht even groot.

Slide 7 - Quiz

01:14
Leuk hè, zo samen spelen!

Slide 8 - Slide

01:50
Oh, oh. Nu is het probleem weer precies zoals in het begin. Wat kunnen de kleipop en de vogel nog meer doen om toch samen te kunnen spelen op de wip?
A
De vogel moet meer naar het draaipunt.
B
De kleipop moet meer naar het draaipunt.
C
Het draaipunt verplaatsen richting de vogel.
D
De vogel moet een ei leggen.

Slide 9 - Quiz

De wip is een eenvoudig voorbeeld van een hefboom.
Door een hefboom te gebruiken kun je met een kleine kracht aan de lange arm een grote kracht aan de korte arm uitoefenen.

https://phet.colorado.edu/nl/simulations/balancing-act

Slide 10 - Slide

Elke hefboom heeft een draaipunt. Dat is het enige punt dat op z'n plaats blijft als de hefboom in beweging komt
1
2

Slide 11 - Slide

Ook heeft elke hefboom een lange arm met een kleine kracht. En een korte arm met een grote kracht.
1
2
3
4

Slide 12 - Slide

       Draaipunt, kracht en arm
draaipunt
kracht
 arm

Slide 13 - Slide

       Draaipunt, kracht en arm
draaipunt
kracht
 arm
Let op! De arm van de kracht is de LOODRECHTE afstand
tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 14 - Slide

Het Moment van een kracht is de vermenigvuldiging van de kracht met de arm:  M = F x r
F = 50 N

 r = 0,75 m
Voorbeeld: 
M = F x r
M = 50 x 0,75 = 37,5 Nm

Slide 15 - Slide

Het moment van een kracht.
Moment      M    Newtonmeter of Newtoncentimeter  Nm of Ncm
Kracht           F    Newton                                                             N
Arm                r     meter of centimeter                                   m of cm

1 Nm     =  100 Ncm
1 Ncm   =  0,01 Nm

Moment = kracht x arm
     M        =    F        x    r

Slide 16 - Slide

Opdrachten momenten
1
2
3

Slide 17 - Slide

Opdrachten momenten
4
5
6

Slide 18 - Slide

Opdrachten momenten
7
8
9

Slide 19 - Slide

Opdrachten momenten
10
11
12

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Opdracht
  • Maak de extra oefenopgaven van par. 2.3
  • Kijk deze na met het antwoordenblad in Teams
  • Als je klaar bent lees je par. 2.3
  • Maak daarna de opgaven  1 t/m 3 van 2.3 op de methodesite

Slide 22 - Slide

1
2
3

Slide 23 - Slide

Evenwicht
1
2

Slide 24 - Slide

Evenwicht - voorbeelden
1
2

Slide 25 - Slide

Momentenwet
Een hefboom is in evenwicht, als de som van de momenten linksom gelijk is aan de som van de momenten rechtsom.
Formule


M1+M2+...(linksom)=M1+M2+...(rechtsom)

Slide 26 - Slide

Bestudeer deze voorbeeldsom

Slide 27 - Slide

Probeer deze som zelf
Bereken of deze hefboom in evenwicht is als alle gewichtjes identiek zijn en één gewichtje een massa van  4 kg heeft.
timer
1:00
1

Slide 28 - Slide

(Huiswerk-)opdracht
Lees par. 2.3 goed door.
Maak de opgaven van par. 2.3 op de site.

Slide 29 - Slide