Argus Clou - Blok 3 les 2 - ruzie over het geloof


Ruzie over het geloof
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Ruzie over het geloof

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
 Tijdens deze les komen we meer te weten over de opkomst van het protestantisme en wat dit betekende voor de mensen die zich aansloten bij het protestantisme. En we leren dat de katholieke kerk dit niet accepteerde en wat zij er tegen deden.

Slide 2 - Slide

Les 1 even herhalen

Slide 3 - Slide

Tot in de tijd van de ontdekkers en hervormers was er maar 1 geloof in West-Europa, welk geloof?
A
Islam
B
Jodendom
C
Katholicisme
D
Hervormers

Slide 4 - Quiz

Luther en Calvijn hadden bezwaren tegen de Katholieke kerk. Klik 2 goede antwoorden aan.
A
Er waren teveel kloosters.
B
Een aflaat kopen om in de hemel te komen was te makkelijk.
C
Ze keurden de pronkzucht van de geestelijken niet goed.
D
Ze luidden de kerkklokken te vaak.

Slide 5 - Quiz

Luther en Calvijn hadden bezwaren tegen de Katholieke kerk.
Welke staat hieronder?
A
Ze vonden dat er in de kerk te weinig gebeden werd.
B
De aflaten waren veel te duur.
C
De kerk stond veel te ver van de mensen en God af

Slide 6 - Quiz

➤Koppel aan elk cijfer het juiste woord.
De bijbel was in het ............................. geschreven.

De mensen konden de bijbel ..................... lezen.
wel
niet
Latijn
Nederlands
Duits

Slide 7 - Drag question

Van welke kerk splitsten de hervormers zich af?
A
Katholieke kerk
B
Protestantse kerk
C
Lutherse kerk
D
Calvijnse kerk

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Bij wie past deze uitspraak?
"Wij erkennen het nieuwe geloof niet."
A
protestanten
B
katholieken

Slide 10 - Quiz

Bij wie past deze uitspraak?
"Ons geloof wordt verboden."
A
protestanten
B
katholieken

Slide 11 - Quiz

Bij wie past deze uitspraak?
"De paus is het hoofd van onze kerk."
A
protestanten
B
katholieken

Slide 12 - Quiz

Bij wie past deze uitspraak?
"Weg met de priesters en pastoors."
A
protestanten
B
katholieken

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Wat moet er staan op de puntjes?
"Een ketter is een scheldnaam voor iemand die......."

Slide 15 - Open question

Wat is een ketter?
A
Iemand die niet gelooft volgens de regels van de Paus.
B
Iemand die gelooft in Allah.
C
Iemand die gelooft in de katholieke kerk.
D
Iemand die niet gelooft in een God.

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurde er met ketters?
A
Ze kregen een eigen kerk
B
Ze mochten buiten wel preken
C
Ze werden vervolgd
D
Niets

Slide 17 - Quiz

Wat zien we op de afbeelding?
A
Spaanse soldaten
B
Hagenpreken
C
De opstand
D
De beeldenstorm

Slide 18 - Quiz

Wat moet er staan op de puntjes?
"Een hagenpreek is een....."

Slide 19 - Open question

Wat moet er op de puntjes staan?
"De beeldenstorm was het protest van ... mensen tegen de ..... kerk."

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat gebeurde er tijdens de beeldenstorm?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Kies uit: katholieken of protestanten

"De bloedraad werd opgericht door ..."
A
katholieken
B
protestanten

Slide 26 - Quiz

Kies uit: katholieken of protestanten

"De bloedraad vervolgde ..."

A
katholieken
B
protestanten

Slide 27 - Quiz

Kies uit: katholieken of protestanten

"Als je ... verraadde, kreeg je zeven stuivers."
A
katholieken
B
protestanten

Slide 28 - Quiz

Kies uit: katholieken of protestanten

"Mensen die geen goede ... waren, werden gemarteld."

A
katholieken
B
protestanten

Slide 29 - Quiz


Wat was de inquisitie?
A
De leiding van de katholieke kerk
B
De leiding van de protestantse kerk
C
Een soort godsdienstpolitie
D
Een persoon die het geloof goed volgde

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Waarom werd deze verdachte veroordeeld en wat was zijn straf?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Type het goede antwoord in:
Veel vluchtelingen kwamen uit het
noorden of zuiden

Slide 34 - Open question

Type het goede antwoord in:
Hugenoten kwamen uit
Frankrijk of De Lage Landen

Slide 35 - Open question

Type het goede antwoord in:
Zij waren protestant of katholiek

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Waarom vluchtten de
vluchtelingen?

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Slide

Mochten de Joden hun godsdienst vrij beoefenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz

Tot welk geloof moesten Joden zich bekeren?
A
Het jodendom
B
Het katholieke geloof
C
Het protestantse geloof
D
De islam

Slide 41 - Quiz

Wat gebeurde er met bekeerde Joden die toch stiekem Joods bleven?
A
Ze werden gestraft
B
Ze werden genegeerd

Slide 42 - Quiz

Wat ben jij te weten
gekomen deze les?

Slide 43 - Mind map