Geschiedenis - Argus CLue - Blok 3 les 2

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

Ruzie over het geloof

Wat gaan we leren?

 Tijdens deze les komen we meer te weten over de opkomst van het protestantisme en wat dit betekende voor de mensen die zich aansloten bij het protestantisme. En we leren dat de katholieke kerk dit niet accepteerde en wat zij er tegen deden.

Waarom zou er ruzie zijn
over het geloof?
Wat denken jullie?

Bij wie past deze uitspraak?
"Wij erkennen het nieuwe geloof niet."

1. protestanten
2. katholieken

Bij wie past deze uitspraak?
"Ons geloof wordt verboden."

1. protestanten
2. katholieken

Bij wie past deze uitspraak?
"De paus is het hoofd van onze kerk."

1. protestanten
2. katholieken

Bij wie past deze uitspraak?
"Weg met de priesters en pastoors."

1. protestanten
2. katholieken

Wat moet er staan op de puntjes?
"Een ketter is een scheldnaam voor iemand die......."

Wat moet er staan op de puntjes?
"Een hagenpreek is een....."

Wat moet er op de puntjes staan?
"De beeldenstorm was het protest van ... mensen tegen de ..... kerk."

Wat gebeurde er tijdens de beeldenstorm?

Kies uit: katholieken of protestanten

"De bloedraad werd opgericht door ..."

1. katholieken
2. protestanten

Kies uit: katholieken of protestanten

"De bloedraad vervolgde ..."

1. katholieken
2. protestanten

Kies uit: katholieken of protestanten

"Als je ... verraadde, kreeg je zeven stuivers."

1. katholieken
2. protestanten

Kies uit: katholieken of protestanten

"Mensen die geen goede ... waren, werden gemarteld."

1. katholieken
2. protestanten

Wat was de inquisitie?

1. De leiding van de katholieke kerk
2. De leiding van de protestantse kerk
3. Een soort godsdienstpolitie
4. Een persoon die het geloof goed volgde

Waarom werd deze verdachte veroordeeld en wat was zijn straf?

Type het goede antwoord in:
Veel vluchtelingen kwamen uit het
noorden of zuiden

Type het goede antwoord in:
Hugenoten kwamen uit
Frankrijk of De Lage Landen

Type het goede antwoord in:
Zij waren protestant of katholiek

Waarom vluchtten de
vluchtelingen?

Mochten de Joden hun godsdienst vrij beoefenen?

1. Ja
2. Nee

Tot welk geloof moesten Joden zich bekeren?

1. Het jodendom
2. Het katholieke geloof
3. Het protestantse geloof
4. De islam

Wat gebeurde er met bekeerde Joden die toch stiekem Joods bleven?

1. Ze werden gestraft
2. Ze werden genegeerd

Wat ben jij te weten
gekomen deze les?