Verhoudingen oplossen in verschillende situaties

Verhoudingen oplossen in verschillende situaties
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verhoudingen oplossen in verschillende situaties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je in verschillende situaties verhoudingen oplossen.

Slide 2 - Slide

Leg het leerdoel uit aan de studenten. Dit is wat ze aan het eind van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over het oplossen van verhoudingen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn verhoudingen?
Een verhouding is een vergelijking tussen twee getallen of hoeveelheden.

Slide 4 - Slide

Vertel de studenten wat verhoudingen zijn en geef een voorbeeld.
Verhoudingstabellen
Een verhoudingstabel is een manier om verhoudingen op te lossen. Je kunt er ook nieuwe verhoudingen mee maken.

Slide 5 - Slide

Laat de studenten zien hoe verhoudingstabellen werken en geef ze een aantal oefeningen om te maken.
Breuken en verhoudingen
Verhoudingen kunnen ook worden geschreven als breuken. Bijvoorbeeld 2:3 is hetzelfde als 2/3.

Slide 6 - Slide

Laat de studenten zien hoe verhoudingen en breuken gerelateerd zijn en geef ze oefeningen om te maken.
Procenten en verhoudingen
Verhoudingen kunnen ook worden geschreven als percentages. Bijvoorbeeld 2:3 is hetzelfde als 66,67%.

Slide 7 - Slide

Laat de studenten zien hoe verhoudingen en percentages gerelateerd zijn en geef ze oefeningen om te maken.
Samengestelde verhoudingen
Een samengestelde verhouding is een verhouding van verhoudingen.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat samengestelde verhoudingen zijn en geef de studenten oefeningen om te maken.
Praktijkvoorbeelden
Laat de studenten oefenen met praktijkvoorbeelden zoals het berekenen van ingrediënten voor een recept.

Slide 9 - Slide

Geef de studenten praktijkvoorbeelden om te maken en bespreek de antwoorden klassikaal.
Evaluatie
Laat de studenten zien hoe verhoudingen en breuken gerelateerd zijn en geef ze oefeningen om te maken.

Slide 10 - Slide

Evalueer of de studenten het leerdoel hebben bereikt. Geef eventueel extra uitleg waar nodig.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.