de woordvolgorde werkwoorden
De woordvolgorde in een Franse zin is:
Onderwerp + persoonsvorm+ ander werkwoord + rest van de zin.
*Alle werkwoorden staan dus bij elkaar.
Ik ga Monopoly spelen.
je vais jouer au monopole
*In een ontkennende zin komt ne/ n' voor de persoonsvorm. en pas/ jamais/ plus erachter.
Ik ga niet naar Frankrijk.
je ne vais pas en France
*De volgende woorden staan direct na de persoonsvorm: souvent ( vaak), toujours ( altijd), bien ( goed), mal ( slecht), beaucoup
( veel), déjà ( al)
Ik help altijd mijn vrienden.
J'aide toujours mes amis