Inhoudsmaten 2

Inhoudsmaten
in de keuken
(les 2)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inhoudsmaten
in de keuken
(les 2)

Slide 1 - Slide

We beginnen met SmartRekenen, hoofdstuk 24.2
Dit hoofdstuk gaat over de inhoudsmaten, die je in de keuken gebruikt
(maar ook in het dagelijks leven).
Maak de 10 sommen van deze paragraaf.
(De andere paragrafen behandelen we tijdens rekenen)

Slide 2 - Slide

1200 cl is ........
A
1,2 liter
B
12 liter
C
12 dl
D
120 dl

Slide 3 - Quiz

2800 cc = ...... ml?
Let op: vul alleen getallen en komma's in, geen punten en woorden!

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

9 dl = ...... ml?
Let op: vul alleen getallen en komma's in, geen punten en woorden!

Slide 6 - Open question

Zet de getallen en eenheden op de juiste plaats.
25



2500
=

=

=
liter



centiliter
0,25
2,5
250
2500
deciliter
milliliter

Slide 7 - Drag question

Welk antwoord is FOUT (vaud)?
A
975 ml = 97,5 cl
B
9,75 l = 975 cl
C
97,5 dl = 9750 cl
D
97,5 dl = 9750 cc

Slide 8 - Quiz

14 dl = 1400 ......?
A
liter
B
centiliter
C
milliliter

Slide 9 - Quiz

155 cc = ....... dl?
Let op: vul alleen getallen en komma's in, geen punten en woorden!

Slide 10 - Open question

1/2 liter (een halve liter) is NIET....
A
5 deciliter
B
500 milliliter
C
5 centiliter

Slide 11 - Quiz

Aantal ingrediënten voor mosterdsoep (4 personen): 380 ml gevogeltefond, 4 dl water en 3 dl verse slagroom. Hoeveel liter is dit bij elkaar?
Let op: vul alleen getallen en komma's in, geen punten en woorden!

Slide 12 - Open question

3/4 liter is .....
A
7 1/2 deciliter
B
75 deciliter
C
7 1/2 centiliter

Slide 13 - Quiz

160 ml = 1,6 ......
Gebruik de afkorting voor deze eenheid

Slide 14 - Open question

Welk rijtje klopt niet?
A
5,5 dl = 0,55 l = 55 ml
B
1140 cl = 11400 cc = 11,4 l
C
1,5 l = 1500 ml = 150 cl
D
750 ml = 7,5 dl = 75 cl

Slide 15 - Quiz