Klas 2A gymn Freitag, den 3. Dezember 2021

Freitag, den 3. Dezember 2021
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Rangtelwoorden
  • Wörterbuch
  • Plauderecke A Aufgabe machen
  • Grammatik Modalverben üben
  • Plauderecke B
  • Hören
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 3. Dezember 2021
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Rangtelwoorden
  • Wörterbuch
  • Plauderecke A Aufgabe machen
  • Grammatik Modalverben üben
  • Plauderecke B
  • Hören
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 14.2 Seite 99
Aufgabe 18.3 Seite 107

Slide 2 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt jezelf voorstellen en iets vertellen over je gezin en familie.
  • Je kunt oefenen met de Duitse Modalverben.
  • Je weet hoe de rangtelwoorden in het Duits er uit zien.
  • Je kunt in een woordenboek het geslacht van zelfstandige naamwoorden opzoeken
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Slide 3 - Slide

Grammatik: Rangtelwoorden
TB Seite 46      AB Seite 103 Aufgabe 15.3

  • De aandachtspunten zijn al vetgedrukt!
  • Zelfstandig maken Aufgabe 15.3 A B en C
  • Klaar: Wörterliste A+B en Plauderecke A in WRTS/Quizlet zetten. Leren Wörter/Plauderecke
  • Bespreken Aufgabe 15.3
timer
1:00

Slide 4 - Slide

eenentwintigste
Vertalen in het Duits.

Slide 5 - Open question

drieëndertigste
Vertalen in het Duits.

Slide 6 - Open question

der 5. Dezember
Schrijf het getal voluit in het Duits.

Slide 7 - Open question

Wörterbuch     Seiten 95-96
Aufgabe 11.3
  • Lees 11.3 A
  • Maak 11.3 B en C. Bij C heb je een woordenboek N/D nodig
  • Klaar: Wörterliste A+B en Plauderecke A in WRTS/Quizlet zetten. Leren Wörter/Plauderecke
  • Bespreken Aufgabe 11.3 
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Plauderecke A  AB Seite 100
Aufgabe 14.3  Seite 100             Textbuch Seite 40
  • Gezamenlijk lezen
  • Je kunt met behulp van 14.3a over jezelf vertellen in het Duits.
  • Hulpmiddelen: Plauderecke A en Wörterliste A + B eerdere hoofdstukken?
  • Klaar: Wörterliste A+B en Plauderecke A in WRTS/Quizlet zetten. Leren Wörter/Plauderecke
  • Een aantal leerlingen vertelt over zichzelf, gezin en familie in het Duits
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Grammatik üben:
Modalverben + möchten

Slide 10 - Slide

Plauderecke B
TB Seite 41     AB Seite 104
Gezamenlijk luisteren en vertalen van de antwoorden.

Maken Aufgabe 16.2  Seite 104
Klaar: Wörterliste A+B en Plauderecke A in WRTS/Quizlet zetten. Leren Wörter/Plauderecke
Nakijken Aufgabe 16.2
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Hören                Seiten 100-101
Aufgabe 14.4 
  • Gezamenlijk lezen in leiding.
  • Wat moeten we doen tijdens het luisteren? Bij A?
  • Wat moeten we doen bij B?

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben:
Lernen: Wörterliste A+B     Seiten 46-47
Lernen: Grammatik TB Seite 45 Modale werkwoorden en möchten
Lernen: Grammatik Rangtelwoorden Seite 46 TB
Lernen: Verschil ja en doch TB Seite 45
Lernen Plauderecke A Seite 40 TB -> invoeren in WRTS of Quizlet

Machen:
Aufgabe 16.2 Seite 104
Aufgabe 14.3 Seite 100
Tip: Plauderecke A in WRTS of Quizlet zetten!!!



Slide 13 - Slide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 14 - Slide

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:          slobd 
  • Vul je emailadres van school in.
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 

Slide 15 - Slide

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 16 - Slide