Voeding en vertering (eind) Havo 2

Les van vandaag
Reflectie (5 min)

D Toets
Extra vragen over voeding
Invulopdrachten

Quiz (15 min)

1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les van vandaag
Reflectie (5 min)

D Toets
Extra vragen over voeding
Invulopdrachten

Quiz (15 min)

Slide 1 - Slide

Aan de slag!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

De verteringsquiz (LET OP! Reproductie)

Slide 3 - Slide

Testvraag:
Is 10 seconde best wel kort?
A
Ontzettend kort
B
Best wel kort ja
C
Valt toch wel mee
D
Ik weet het niet

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond leren eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 5 - Quiz

Eiwitten zijn een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 6 - Quiz

Een appel is een...
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 7 - Quiz

Eiwitten zijn...
A
alleen een brandstof
B
een brandstof en bouwstof
C
alleen een bouwstof
D
geen van allen

Slide 8 - Quiz

Wat is de indicator van zetmeel?
A
Aanwijsstof
B
Kalkwater
C
Jood-oplossing
D
Glucosestrips

Slide 9 - Quiz


Is het kauwen op je eten mechanische of chemische vertering?

A
mechanische vertering
B
chemische vertering

Slide 10 - Quiz

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 11 - Quiz


Wat doen enzymen?
A
Vertering
B
Voortstuwing voedsel
C
Ze zorgen ervoor dat reacties sneller verlopen
D
Ze breken bouwstenen af

Slide 12 - Quiz

Enzymen zorgen voor de chemische en mechanische vertering
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Welk onderdeel van je verteringsstelsel zorgt voor de vertering van zetmeel
A
slokdarm
B
lever
C
galblaas
D
speekselklieren

Slide 14 - Quiz

Welk verteringssap bevat alleen een enzym voor de vertering van zetmeel?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 15 - Quiz

Welk sap bevat enzymen voor de vertering van zetmeel, eiwitten, vetten en suikers ?
A
Speeksel
B
Maagsap
C
Alvleessap
D
Darmsap

Slide 16 - Quiz

Vetbollen worden kleine vetbolletjes.

Je noemt dit .....
de stof die dit doet is ....
A
Peristaltiek ..... alvleessap
B
Vertering van vet .... speeksel
C
Emulgeren ..... gal
D
Kleerwerking..... alvleessap

Slide 17 - Quiz



Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Bloedvatenstelsel
B
Beenderstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we het deel van de tand/kies dat zichtbaar is?
A
wortel
B
kroon
C
tand
D
kies

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het buitenste laagje van je tand?
A
Wortel
B
Glazuur
C
Cement
D
Buitenste laagje

Slide 20 - Quiz

Hiermee zit een tand of kies vast in de kaak.
A
Kroon
B
Wortel
C
Tandholte
D
Tandbeen

Slide 21 - Quiz

Hoe noemen we tandplak dat is versteend?
A
tandplak
B
tandbeen
C
tandsteen
D
tandglazuur

Slide 22 - Quiz

Kun je tandplak weg poetsen?
A
nee
B
ja

Slide 23 - Quiz

Tandplak bestaat uit bacteriën, etensrest en speeksel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Conserveren is het creëren van ongunstige leefomstandigheden voor bacteriën en schimmels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 26 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 27 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 28 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
Deze melk staat buiten de koeling
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 29 - Quiz

Ongezonde voeding kan leiden tot:
A
suikerziekte
B
hart en vaatziekte
C
overgewicht
D
alle bovengenoemde

Slide 30 - Quiz

Vitamines krijg je alleen maar binnen door middel van je voeding.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Bij voeding is het belangrijk dat je gezond en eenzijdig eet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Zuren in je voeding/drinken kunnen tanderosie veroorzaken
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Wanneer heb je veel voeding nodig?
A
als je slaapt
B
als je sport
C
als je snel groeit
D
als je TV kijkt

Slide 34 - Quiz

Hoeveel voeding je per dag nodig hebt hangt af van ...
A
... of je een jongen of meisje bent
B
... of je veel aan sport doet
C
... of je licht of zwaar gebouwd bent en je lengte
D
... je leeftijd

Slide 35 - Quiz