Bio B1 Th6 Bs8 blz 223

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Stampers horen bij de
A
Mannelijke voortplantingsorganen
B
Vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 2 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
Bestuiving
Bevruchting
Stuifmeelbuis

Slide 3 - Drag question

Welke bewering is juist?
A
In één vruchtbeginsel kunnen meerdere zaadbeginsels zitten
B
In één zaadbeginsel kunnen meerdere vruchtbeginsels zitten
C
Allebei onjuist
D
Allebei juist

Slide 4 - Quiz

Een appel heeft 5 pitjes.
-Hoeveel zaadbeginsels had deze appel minstens?
-En hoeveel stuifmeelkorrels?
-En hoeveel stuifmeelbuizen?

Slide 5 - Open question


Nummer 2 is...

A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Na deze les kun je...
  • Benoemen of een bloem eenslachtig of tweeslachtig is
  • Benoemen of een plantensoort eenhuizig of tweehuizig is

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Eenslachtige bloem: als een bloem maar een geslacht heeft dus óf alleen meeldraden óf alleen stamper(s)

Tweeslachtige bloem: als een bloem twee geslachten heeft  dus én meeldraden én stamper(s)
Aantekening

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Eenhuizige plantensoort: als op één plant én meeldraden én stampers voorkomen. (meeldraden en stampers in één huis)

Tweeslachtige bloem: als op één plant óf meeldraden óf stampers voorkomen (meeldraden en stampers dus niet in hetzelfde huis)
Aantekening

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide