week 10 (bwb)

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk nakijken
  • Lesdoel
  •  Uitleg bijwoordelijke bepaling
  • Aan de slag
  • Spel

Datum: 9/3
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk nakijken
  • Lesdoel
  •  Uitleg bijwoordelijke bepaling
  • Aan de slag
  • Spel

Datum: 9/3

Slide 1 - Slide

Nakijken: Spelling H4 (blz. 110-111)
Opdracht 1, 2, 3, 4 en 6

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Bijwoordelijke bepaling (1)
Geeft antwoord op de vragen:
  • Waar?
  • Waarheen?
  • Waarom?
  • Waardoor?
  • Waarvandaan?
  • Wanneer?
  • Hoe?
  • Van wie?

Slide 5 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (2)
Zo vind je bijwoordelijke bepalingen:
- Noteer persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
- Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (als die er zijn!)
- De meeste zinsdelen die daarna overblijven, zijn bijwoordelijke bepalingen. 

Slide 6 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (3)
Let op:
  • Bwb's zitten niet altijd in de zin;
  •  Is vaak het zinsdeel dat overblijft.

Slide 7 - Slide

Wat is het ow: Enthousiast presenteerde de uitvinder zijn ideeën.
A
presenteerde
B
enthousiast
C
de uitvinder

Slide 8 - Quiz

Wat is de bwb: Elke zondag begint met een gezamenlijk ontbijt.
A
begint
B
elke zondag
C
gezamenlijk ontbijt

Slide 9 - Quiz

Spel: van 0 naar 20 naar 0

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken: opdracht 1, 2  en 3 (blz. 132-133)
Inleveren voor 19:00 uur op Teams.

Tijd: 10 min.

Slide 11 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Opdrachten maken bijwoordelijke bepalingen 

Slide 12 - Slide

Mededelingen
  • Morgen: laatste les! - quiz en afsluiten

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Opdracht 4, 5 en 6 (blz. 132-133)

Inleveren voor 19:00 uur via Teams.
Succes!

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Nakijken BWB
  • Quiz H4+(deel van) H5
  • Tot ziens! 

Slide 15 - Slide

Nakijken bwb

Slide 16 - Slide

Noteer het onderwerp: Op zaterdag koopt mijn vader altijd croissantjes bij de bakker.
A
Op zaterdag
B
koopt
C
mijn vader
D
bij de bakker

Slide 17 - Quiz

Noteer het lijdend voorwerp: De nieuwe trainer van ADO besprak de tactiek met de aanvoerder van het team.
A
De nieuwe trainer van ADO
B
de tactiek
C
besprak
D
met de aanvoerder van het team

Slide 18 - Quiz

Noteer het lijdend voorwerp: Een kleurboek voor volwassenen vinden de meeste mensen wel leuk.
A
Een kleurboek voor volwassenen
B
vinden
C
de meeste mensen
D
wel leuk

Slide 19 - Quiz

Noteer het wwg: Maikel heeft op zijn vijftiende impulsief zijn roepnaam veranderd.
A
heeft veranderd
B
heeft
C
veranderd
D
impulsief

Slide 20 - Quiz

Wat is het lv? Vanwege de kosten stuurde Patty haar vrienden een digitale uitnodiging.
A
stuurde
B
Patty
C
Vanwege de kosten
D
een digitale uitnodiging

Slide 21 - Quiz

Wat is de bwb? Vanwege de kosten stuurde Patty haar vrienden een digitale uitnodiging.
A
stuurde
B
Patty
C
Vanwege de kosten
D
een digitale uitnodiging

Slide 22 - Quiz

Welke stelling over het lijdend voorwerp is waar?
A
het lv doet iets
B
het lv vind je door: wie/wat + pv? te vragen
C
het lv is iemand of iets die iets overkomt of meemaakt

Slide 23 - Quiz

Welk verwijswoord hoort bij de-woorden?
A
dat
B
die

Slide 24 - Quiz

Het meisje ... te laat kwam op haar werk, moest langer doorwerken.
A
die
B
dat

Slide 25 - Quiz

Vul een -d of een -t in: Lisa verander... nog snel iets aan de inleiding van haar werkstuk.
A
veranderd
B
verandert

Slide 26 - Quiz

Noteer de bwb: In de vakantie gaan we alle Star Wars-films opnieuw bekijken.
A
In de vakantie, opnieuw
B
gaan, bekijken
C
alle Star Wars-films, opnieuw

Slide 27 - Quiz

Ajax ... (onderhandelen) met FC Barcelona over een opzienbarende transfer.
A
onderhandelt
B
onderhandeld

Slide 28 - Quiz

Rinskes moeder ... (begeleiden) haar naar het modellenbureau.
A
begeleid
B
begeleidt
C
begeleit

Slide 29 - Quiz

Mijn broer timmert zijn eigen tafel
Ik zag jou.
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun een brief geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 30 - Drag question

Mijn broer timmert zijn eigen tafel
Ik zag jou.
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 31 - Drag question

Ik help hem.
Ik zie haar.
Wij geven jullie iets.
Heb je hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 32 - Drag question

Ik help hem.
Ik zie haar.
Wij geven jullie iets.
Heb je hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 33 - Drag question