In een grote vijver leven verschillende organismen die samen een voedselweb vormen. De zon zorgt ervoor dat waterplanten zoals algen en waterlelies kunnen groeien. Deze planten worden gegeten door kleine vissen zoals guppy’s en kikkervisjes. De kleine vissen en kikkervisjes worden op hun beurt gegeten door grotere vissen zoals baarzen en snoeken.
In de vijver leven ook insecten zoals waterkevers en libellenlarven, die zich voeden met de algen en kleine vissen. Vogels zoals reigers en ijsvogels jagen op de grotere vissen. Daarnaast zijn er bacteriën en schimmels die de dode planten en dieren afbreken en zo voedingsstoffen teruggeven aan het water, waardoor de waterplanten weer kunnen groeien.