This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Blok 1 les 2
KEO
Slide 1 - Slide
We starten met lezen 📚
Slide 2 - Slide
Hoe heb je de vorige, eerste les ervaren?
Slide 3 - Poll
Licht je antwoord kort toe.
Slide 4 - Open question
Dictee.....je weet het vast nog wel🙄. Wat ging goed bij jou?
Slide 5 - Open question
dictee
Slide 6 - Mind map
Slide 7 - Slide
Pak pen en papier
Luister goed naar de 2 zinnen en 4 woorden.
Schrijf ze voor jezelf op.
We kijken ze straks na.
Slide 8 - Slide
2 zinnen
2F: Ik heb mijn abonnement op het Amerikaanse tijdschrift opgezegd.
3F: Na het zien van een documentaire over bloedige haaienvangsten hebben we een dag later in het Indonesisch hotel-restaurant toch maar geen haaienvinnensoep gegeten.
Slide 9 - Slide
4 woorden
enquête
ideeën
T-shirt
egoïstisch
Slide 10 - Slide
vaste voorzetsels
Slide 11 - Mind map
Enkele voorbeelden
houden van
terugkeren naar
afstand doen van
Slide 12 - Slide
invuloefening
Je krijgt een A4 met tekst en een invuloefening.
Zet je naam op het A4.
Ben je klaar?
Geef het aan, dan krijg je van de docent een instructie.
Slide 13 - Slide
Afronding les
- gelezen
- dictee met woorden en zinnen
-invuloefening vaste voorzetsels
Volgende week: je boek en opgeladen laptop meenemen!
Slide 14 - Slide
Blok 1 les 4
KEO
Slide 15 - Slide
We starten met lezen
Slide 16 - Slide
Inhoud deze les
opdrachten vorige les bespreken in werkboek
tekststructuren
toon/alinea's/parafraseren
Slide 17 - Slide
Opdrachten vorige les
Blz. 145 gestart
gebleven bij opdracht 2.2
tekststructuur bijlage
Slide 18 - Slide
Wat is formeel taalgebruik en geef een voorbeeld.
Slide 19 - Open question
Wat is informeel taalgebruik en geef een voorbeeld?
Slide 20 - Open question
formeel taalgebruik: de aanspreekvorm, toon en woordkeuze welke gebruikt wordt naar mensen die ver van je staan zoals hogergeplaatsten, klanten.
informeel taalgebruik: de aanspreekvorm, toon en woordkeuze welke gebruikt wordt naar mensen die net zo oud zijn en dichterbij je staan zoals klasgenoten, collega's.
Slide 21 - Slide
Hoe is een alinea over een deelonderwerp opgebouwd?
Slide 22 - Open question
Een alinea...
in de eerste of tweede zin: belangrijkste informatie
in de rest van de alinea: voorbeelden of een uitleg
Slide 23 - Slide
Wat is het verschil tussen parafraseren en citeren?
Slide 24 - Open question
Met parafraseren schrijf je de tekst in eigen woorden.
Met citeren schrijf je letterlijk op wat iemand heeft gezegd.
Slide 25 - Slide
Huiswerk:
Blz. 149 doorlezen
Blz. 150-151-152
Maken opdracht 1,2 en 3 (gaat verder op blz. 152)
Slide 26 - Slide
Even wat anders....
Slide 27 - Slide
Spelregels
kwartet ✔
Memory: vertel eerst wat er fout is op het kaartje en wat/hoe het op de juiste manier geschreven moet worden.