This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Comparisons: Trappen van vergelijking
Slide 1 - Slide
Als we zelfstandige naamwoorden vergelijken en iets of iemand is groter / sneller/ leuker / mooier/ lekkerder enz. dan noemen we dat de : vergrotende trap
groot groter
Slide 2 - Slide
In het Engels zet je dan -er achter het woord
small - smaller
fast - faster
high - higher
small smaller
Slide 3 - Slide
3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een griekse y
bijv : ugly, lazy, early, heavy
Bij de vergrotende trap verdwijnt de -y
en komt er -ier achter
1
Slide 4 - Slide
2
woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large
Bij de vergrotende trap komt er een -r en -st achter het woord
Slide 5 - Slide
Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker + er
bigger/ fatter/ hotter
Slide 6 - Slide
Schrijf een zin met de vergrotende trap. (He is taller than me)
Slide 7 - Open question
Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest
groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest
aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest
Comparative +
Superlative
Slide 8 - Slide
Let op woorden die eindigen op een Y!
(medeklinker + y dan 'i' ipv 'y'
Slide 9 - Slide
Let op!
goed - beter - best
good - better - best
slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst
ver - verder - verst(e)
far - further - furthest
Slide 10 - Slide
Vergrotende trap:
+ER
Vaak wordt het woord gevolgd door THAN
Frank is tallerthan Rob.
The boys are fasterthan us.
Overtreffende trap:
+EST
Vaak komt er voor het woord THE te staan
Rob is thetallest boy I know.
That is thefastest car ever.
Slide 11 - Slide
Maar bij langere woorden...
Slide 12 - Slide
Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN-er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!
I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.
Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is
the most beautiful baby though.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest
Slide 16 - Quiz
I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe
Slide 17 - Quiz
My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger
Slide 18 - Quiz
The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest
Slide 19 - Quiz
It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest
Slide 20 - Quiz
Michael Jackson was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great
Slide 21 - Quiz
The weather today is even ___ than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst
Slide 22 - Quiz
My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Comparisons, ik snap het!
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Let's get to work
do ex. 17 (vocab) 18 Much, many, (a) little, (a) few, Comparisons, do ex. 19 (Unit 6 WRITING)