V3 - Spelling H3

Welkom V3L! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
  • leesboek
  • NN + schrift
  • agenda en etui
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V3L! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
  • leesboek
  • NN + schrift
  • agenda en etui

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Deze les
Spelling H3: Getallen

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je getallen in letters of schrijvers moet schrijven. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Maandag 12 februari:
  • Spelling H3, opdr. 1 t/m 4 + 6



Slide 4 - Slide

Terugblik
  • Wanneer schrijf je een telwoord met -n?
  • Wanneer schrijf je een telwoord zonder -n?

Slide 5 - Slide



  • mensen
  • zelfstandig gebruikt

Slechts weinigen zijn daarvan op de hoogte.

Maar weinige              klanten .....




  • betrekking op zaken of dieren
Vele (diersoorten) worden bedreigd.

  • bijvoeglijk gebruikt
enkele leerlingen

MAAR: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden wel met -n:


Telwoorden met -en

Telwoorden met -e

Slide 6 - Slide

Met of zonder -n?
Maar:
  • tientallen, duizenden, honderden, miljoenen etc.

Er wonen miljoenen mensen in Nederland.
Hoeveel dieren daar leven? Ik denk miljarden.

Slide 7 - Slide

Getallen
Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers. 
Leer de regels uit je hoofd! 




Slide 8 - Slide

Getallen
Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;




Slide 9 - Slide

Getallen
Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.




Slide 10 - Slide

Getallen
LET OP:
  • Breuken schrijf je los: een vierde: 1/4, behalve in een samenstelling: eenderdeminderheid 
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers wordt. 
  • Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend
  • Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema: drieënhalf




Slide 11 - Slide

Julia koopt ......... tijdschriften per week.​
A
6
B
zes

Slide 12 - Quiz

Otto speelde met …. vrienden een potje Fortnite. ​
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 13 - Quiz

De staatsgreep vond plaats op ..........​
A
Vijftien mei negentieneenenzestig​
B
15 – 5 – 1961​
C
15 mei negentieneenenzestig​
D
15 mei 1961

Slide 14 - Quiz

Opdracht deze les
Maak H3 Spelling: opdr. 1 t/m 4 + 6

De eerste tien minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.



timer
10:00

Slide 15 - Slide

Ik weet wanneer ik getallen in letters of in cijfers moet schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Huiswerk
Maandag 12 februari:
  • Spelling H3, opdr. 1 t/m 4 + 6



Slide 17 - Slide