Als er geen werk is

Als er geen werk is
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Als er geen werk is

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• kan ik in eigen woorden de 5 soorten werkloosheid opnoemen
• kan ik uitleggen wat concurrentiepositie, loonmatiging en arbeidstijdverkorting betekent

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

conjunctureel werkloosheid
de mensen kunnen minder goederen en diensten kopen door minder koopkracht dus bedrijven zetten minder om dus minder personeel nodig dus meer werkloosheid

Slide 5 - Slide

structureel werkloosheid
werknemers hebben de verkeerde of geen opleiding of robotisering of de bazen moeten teveel loon betalen

Slide 6 - Slide

seizoenwerkloosheid
je hebt bepaalde maanden, zomers bijvoorbeeld wel werk maar in de winter niet zoals een ijsverkoper

Slide 7 - Slide

frictie werkloosheid
de tijd tussen 2 banen in , je neemt vandaag ontslag en over 2 maanden heb je een nieuwe baan
oplossing: geen uitkering eerste maand

Slide 8 - Slide

Werkloosheid bestrijden
  Werkloosheid bestrijden

- Werkgelegenheid vergroten
- Overheid zorgt voor werk 

Slide 9 - Slide

Werkloosheid bestrijden
Door overheid:
*Belastingen verlagen 
*Btw verlagen
*Zelf meer besteden bijv. door
het verlenen van subsidies.

Meer geld, meer uitgeven, meer productie

Slide 10 - Slide

Werkloosheid bestrijden
Door bedrijven:
Concurrentiepositie verbeteren door
  • meer producten te verkopen
  • meer te exporteren naar andere landen
  • nieuwe producten op de markt brengen
  • nieuwe productiemethoden bedenken

Slide 11 - Slide

Werkloosheid bestrijden
Als de koopkracht van de consumenten toeneemt, nemen hun bestedingen toe en stijgt de werkgelegenheid.


Wat betekent dit?

Slide 12 - Slide

Werkloosheid bestrijden
  Werkloosheid bestrijden
  • arbeidstijdverkorting
  • Omscholing en bijscholing 
  • loonmatiging

Slide 13 - Slide

arbeidstijdverkorting
  • minder uren werken per dag/week.
  • minder dagen werken per jaar.
  • minder jaren werken per arbeidsleven. 

Slide 14 - Slide

Loonmatiging
Loonmatiging = de lonen stijgen niet of niet zoveel.
Oorzaak:
Als de lonen stijgen betekent dit voor bedrijven hogere kosten. Hogere kosten zorgen voor duurdere producten.
Duurdere producten zorgen voor minder verkoop.
Minder verkoop zorgt voor werkloosheid.

Slide 15 - Slide

LessonUp
Wat heb jij onthouden?

Slide 16 - Slide

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 17 - Quiz

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 18 - Quiz

Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 19 - Quiz

De overheid kan de werkloosheid bestrijden door:
A
zelf meer te besteden
B
medewerkers te ontslaan
C
bedrijven meer belasting te laten betalen
D
geen subsidies te geven aan bedrijven

Slide 20 - Quiz

Loonmatiging betekent:
A
Prijzen laten stijgen
B
Lonen verlagen
C
Lonen sterk verhogen
D
Lonen stijgen niet of heel weinig

Slide 21 - Quiz

Waarom kan arbeidstijdverkorting de werkgelegenheid vergroten?
A
Mensen werken minder dus doen minder
B
Hierdoor kunnen meer mensen ontslagen worden
C
Hierdoor kunnen meer mensen aangenomen worden
D
Minder werken is meer vrije tijd

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Opdrachten paragraaf 4.4.

Samenvatting hoeft niet, mag wel.

Slide 23 - Slide