1.0 Geschiedenis klas 1 H1 intro

Intro programma GS/AK
  • Hoe gaan wij te werk?  (Afspraken, flipping the classroom, hossen, instructiegroepen, leerdoelen, onderdelen) 
  • Iedereen in lesson up?
  • Waarom zijn deze vakken belangrijk?
  •  Start hst 1 GS
  • Aan het werk + nakijken
  • Terugkoppeling
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Intro programma GS/AK
  • Hoe gaan wij te werk?  (Afspraken, flipping the classroom, hossen, instructiegroepen, leerdoelen, onderdelen) 
  • Iedereen in lesson up?
  • Waarom zijn deze vakken belangrijk?
  •  Start hst 1 GS
  • Aan het werk + nakijken
  • Terugkoppeling

Slide 1 - Slide

Hoe gaan wij te werk?
  • Afspraken (zie bord)
  • flipping the classroom (thuis lezen, op school maken)
  • hossen (Huiswerk Op School --> niet AF in klas is in de middag afmaken op school)
  • instructiegroepen (op werktempo/zelfstandigheid)
  • leerdoelen (wat moet ik weten per les)
  • onderdelen (wanneer heb ik GS of AK)

Slide 2 - Slide

Iedereen in lesson up
  • Gebruik de link in magister die bij je huiswerk staat
  • Aanmelden als leerling met je schoolmail (outlook)
  • Nodig voor quizen en andere zaken in de les.
  • Sommigen toetsen via lesson up.
  • Jij bent verantwoordelijk voor je laptop + lader!

Slide 3 - Slide

Waarom GS en AK
GS/AK helpt ons om het heden te begrijpen en de toekomst te verbeteren. Door te leren over het verleden, kunnen we zien hoe mensen, gebeurtenissen, ideeën en culturen onze huidige wereld hebben gevormd. We kunnen ook leren van de fouten en successen van het verleden, en kritisch nadenken over de bronnen en perspectieven die ons verhaal vertellen.

Slide 4 - Slide

Waarom GS en AK
GS/AK draagt bij aan onze persoonlijke en sociale ontwikkeling. Geschiedenis helpt ons om onze identiteit te vormen, door ons te laten zien waar we vandaan komen, wie onze voorouders waren, en hoe zij ons hebben beïnvloed. AK vertelt ons over het ontstaan van de aarde en het klimaat e.d. Geschiedenis stimuleert onze algemene kennis en vaardigheden, zoals lezen, schrijven, spreken, luisteren, onderzoeken en argumenteren.

Slide 5 - Slide

Quiz jagers en verzamelaars

Slide 6 - Slide

Start hst 1. Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen  wat sporen zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat een bron is. 
  • Ik weet het verschil tussen een historicus en een archeoloog. 
  • Ik kan uitleggen wat geschiedenis is. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ik kan uitleggen wat een bron is 
INFORMATIE

Slide 9 - Slide

Ik kan uitleggen wat sporen zijn
Alles wat door mensen wordt achtergelaten.

Slide 10 - Slide

Ik weet het verschil tussen een historicus en een archeoloog.
Sporen uit de grond
geschreven sporen

Slide 11 - Slide

Ik kan uitleggen wat geschiedenis is. 
Alles wat in het verleden is gebeurd. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag
  • Bekijk een bron en lees blz. 6+7 leerboek
  • Maak vraag 1 tot en met 6 op blz. 4,5,6 van je werkboek. 
  • Schrijf de moeilijke woorden met betekenis bij je hoofdstuk in je boek.


timer
15:00

Slide 13 - Slide

Nakijken
Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Op zoek naar het verleden Oriëntatie
  • 1 [x] Hij is een archeoloog.
  • [x] Hij wil meer weten over het verleden.
  • 2a Wie is het slachtoffer? – ID-kaart
  •  Heeft het slachtoffer nog wat gekocht? – kassabon
  •  Zijn de gevonden haren van het slachtoffer? – DNA
  •  Was de moordenaar gewond? – bloedspoor
  •  Wie is er geweest en heeft iets vastgepakt? – vingerafdruk
  •  Wie liep hier? – voetafdruk
  • 2 b Meer antwoorden zijn mogelijk. Bijvoorbeeld: CSI, Moordvrouw, Flikken Maastricht.



Slide 14 - Slide

Nakijken
Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Op zoek naar het verleden Oriëntatie
  • 3 a [x] De jongen was ongeveer 10 jaar toen hij stierf.
  •  [x] De jongen was erg klein voor zijn leeftijd. Hij was vast niet gezond.
  • 3 b Ze komen daardoor meer te weten over ziektes. Dat kan helpen om nieuwe geneesmiddelen te vinden.
  • 4a De politie en de archeoloog zoeken allebei naar sporen.
  • 4b De politie zoekt naar sporen van een misdaad/moord. Deze sporen zijn nog heel nieuw.
  • De archeoloog zoekt naar sporen uit het verleden. Deze sporen zijn erg oud.




Slide 15 - Slide

Nakijken
Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Op zoek naar het verleden Oriëntatie
  • 5a Boven links: historicus, boven rechts: politieagent Onder: archeoloog
  • 5b De archeoloog. Je hebt de scherven (bordje) blauw gekleurd.
  • 5c De historicus. Je hebt de boeken groen gekleurd.
  • 5d De rechercheur. Je hebt het wijnglas rood gekleurd.
  • e Eigen antwoord.



Slide 16 - Slide

Terugkoppeling leerdoelen
  • Ik kan uitleggen  wat sporen zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat een bron is. 
  • Ik weet het verschil tussen een historicus en een archeoloog. 
  • Ik kan uitleggen wat geschiedenis is. 

Slide 17 - Slide