W15 EN 1HM Unit 5 Les 1

Third week already, soldier..
Voor deze les heb ik een aantal doelen gesteld:
1. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met een paar woordjes van 5.1 en 5.2
2. Aan het einde van deze les heb ik de present simple herhaald.
3. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met de present continuous
4. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met ReadTheory.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Third week already, soldier..
Voor deze les heb ik een aantal doelen gesteld:
1. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met een paar woordjes van 5.1 en 5.2
2. Aan het einde van deze les heb ik de present simple herhaald.
3. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met de present continuous
4. Aan het einde van deze les heb ik geoefend met ReadTheory.

Slide 1 - Slide

Corona is pissing me off, soldier
Maar corona stopt ons niet met het vergroten van onze woordenschat! 
In de volgende slides kies je de juiste vertaling voor de woordjes.
Dit zijn de woordjes van lesson 5.1 + 5.2

Slide 2 - Slide

Salmon
A
Tonijn
B
Zalm
C
Kip
D
Eend

Slide 3 - Quiz

Stall
A
Staal
B
Kraam
C
Supermarkt
D
Hoog

Slide 4 - Quiz

Translate the following word to English: knapperig

Slide 5 - Open question

Translate the following word to English: afhaalmaaltijd

Slide 6 - Open question

Translate the following word to English: voorgerecht

Slide 7 - Open question

Pas de present simple toe in de volgende zin (neem de hele zin over):
Jackson ___ to play football a lot. (like) (+)

Slide 8 - Open question

Pas de present simple toe in de volgende zin (neem de hele zin over):
We ___ what the teacher taught us. (forget) (-)

Slide 9 - Open question

Pas de present simple toe in de volgende zin (neem de hele zin over):
___ Hilary ___ in the park often? (walk) (?)

Slide 10 - Open question

Pas de present simple toe in de volgende zin (neem de hele zin over):
Karl and Hannah ___ to eachother anymore. (talk) (-)

Slide 11 - Open question

Pas de present simple toe in de volgende zin (neem de hele zin over):
___ you ___ watch many movies? (watch) (?)

Slide 12 - Open question

Present Continuous
Klik op de volgende dia voor uitleg van de present continuous!

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Present Continuous
We gebruiken de present continuous om aan te geven dat iets aan de gang is, of bezig is.

Vorm: 'to be' + werkwoord + ing
Voorbeeld: She is walking to the store.

Slide 15 - Slide

Present Continuous
Het is je opgevallen dat je bij de present continuous altijd de vorm van 'to be' (am/are/is) gebruikt.
Je plakt altijd -ing achter het hele werkwoord.

Lara is dancing with Mike
Mike is drinking milk while watching TV.
The dog is barking at the neighbours.

Slide 16 - Slide

Present Continuous
Negatieve zinnen:
I am not walking alone.
You aren't walking alone.
He/she/it isn't walking alone.
We aren't walking alone.
You aren't walking alone.
They aren't walking alone.

Slide 17 - Slide

Present Continuous
Het is je opgevallen dat je bij de negatieve zinnen in de present continuous altijd not bij de vorm van 'to be' (am/are/is) gebruikt.
Je plakt altijd -ing achter het hele werkwoord.

Lara isn't dancing with Mike
Mike isn't drinking milk while watching TV.
The dogs aren't barking at the neighbours.

Slide 18 - Slide

Present Continuous
Vragende zinnen:
Am I shouting at the neighbour every day?
Are you shouting at the neighbour every day?
Is he/she/it shouting at the neighbour every day?
Are you shouting at the neighbour every day?
Are we shouting at the neighbour every day?
Are they shouting at the neighbour every day?

Slide 19 - Slide

Present Continuous
Het is je opgevallen dat je bij de vragende zinnen in de present continuous altijd de vorm van 'to be' (am/are/is) aan het begin van de zin gebruikt.
Je plakt altijd -ing achter het hele werkwoord.

Is Lara dancing with Mike
?
Am I being rude at the moment?
Are Lars and Karen playing football now?

Slide 20 - Slide

Let op spelling!
swim >swimming
1 lettergreep waarvan laatste drie letters de volgorde medeklinker/klinker/medeklinker heeft

En dit geldt ook voor woorden die eindigen op -el:
travel>travelling, cancel>cancelling

Slide 21 - Slide

ReadTheory
Ga naar ReadTheory en werk verder aan de leesteksten.
Doe dit voor 20 minuten.

Slide 22 - Slide

Homework
Study vocab 5.1 + 5.2
Phrases 1 - 26
DON'T FORGET TO WORK ON YOUR PRESENTATION!

Slide 23 - Slide