Je gaat cliënt B observeren. Welke vragen stel je jezelf? Wat wil je weten/ ga je doen?
Slide 11 - Open question
Gerard heeft een fijne ochtend gehad. Hij kreeg bezoek van zijn ouders en broer.
A
objectief
B
subjectief
Slide 12 - Quiz
Welke gezondheidsproblemen kom jij tegen in de praktijk?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Vraagverheldering en Hulpvraag
Na gegevens verzamelen door intake/ anamnesegesprek en observatie ga je wensen, ondersteuningsbehoeften en/ of vragen inventariseren.
Als het niet lukt de vraag boven tafel te krijgen (weinig inzicht, door beperking, niet realistisch) vraag naar de gewenste situatie.
Jouw taak is de werkelijke vraag te achterhalen.
Formuleer vanuit het perspectief van de cliënt.
Dus begin met: Help mij...., ondersteun mij...., geef mij...., begeleid mij... enz.
Slide 15 - Slide
Beschermende of positieve factoren maken de kans op een probleem kleiner. Een oudere zorgvrager die veel steun in zijn omgeving krijgt, heeft een kleinere kans op een depressie dan een oudere zorgvrager die eenzaam is.
Beschermende factoren kun je niet altijd beïnvloeden, maar je kunt ze wel versterken of stimuleren.
Een risicofactor maakt de kans op een probleem groter. Een zorgvrager van 70 jaar of ouder heeft bijvoorbeeld een grotere kans op het doormaken van een delier dan een 40-jarige zorgvrager. Sommige risicofactoren kun je niet beïnvloeden, zoals de leeftijd van de zorgvrager. Aan andere risicofactoren kun je wel iets doen, zoals losse kleedjes in de huiskamer.
Beschermende factoren en risicofactoren
Slide 16 - Slide
Probleemanalyse
Wat kan iemand niet
wat is de oorzaak hiervan
Wat zijn de verschijnselen van het probleem zijn
Wie het probleem heeft
In hoeverre het probleem oplosbaar lijkt
In hoeverre is er sprake van een 'echt' probleem of een 'ervaren' probleem?
Hulpmiddel voor het maken van de probleemanalyse is de PES formule
Slide 17 - Slide
PES formule is een hulpmiddel
Slide 18 - Slide
Sinds het overlijden van zijn echtgenote is dhr. eenzaam en zit steeds meer in een sociaal isolement. Hij vermagerd, zijn broeken zitten los rond zijn middel. Dhr. is 4 kg afgevallen. Wat zijn de symptomen? Dus de verschijnselen, signalen en kenmerken?
Slide 19 - Open question
Sinds het overlijden van zijn echtgenote is dhr. eenzaam en zit steeds meer in een sociaal isolement. Hij vermagerd, zijn broeken zitten los rond zijn middel. Dhr. is 4 kg afgevallen. Wat is de oorzaak en wat het probleem?
Slide 20 - Open question
P: Dhr. is 4 kg afgevallen.
E: Dhr. zit in een sociaal isolement
S: Dhr. is vermagerd, zijn broeken zitten los.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Stella heeft haar broertje geholpen met het maken van een vogelhuisje van hout. Stella geeft aan dat ze pijn heeft. Haar vinger is gevoelig en rood. Er steekt een splinter uit.
P Probleem: het probleem van de zorgvrager
E Etiologie: de oorzaak van het probleem
S Symptomen: de klachten of verschijnselen die je ziet
Oefenen... schrijf op wat is de PES?
Slide 23 - Slide
Wat is hier het probleem?
A
Pijn
B
Splinter
C
rode vinger
D
gevoelig en rood
Slide 24 - Quiz
Voor een goede formulering van een zorgprobleem gelden de volgende regels:
Formuleer een zorgprobleem altijd vanuit de zorgvrager.
Als verzorgende/ begeleider ben jij weliswaar de persoon die het probleem constateert, maar het is het probleem van de zorgvrager.
Het gaat dus om een onwenselijke situatie voor de zorgvrager.
Een hulpmiddel kan zijn om de formulering van een zorgprobleem te beginnen met:
De zorgvrager heeft / is / wil / kan ...
Probleemformulering:
Slide 25 - Slide
Nog eentje dan...
Mw. in t Veld is gespannen voor de uitslag van het onderzoek aan haar longen. Ze slaapt slecht. Overdag reageert ze geïrriteerd op normale gebeurtenissen.