werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

De fietstocht door de bergen was een geweldige ervaring
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

De fietstocht door de bergen was een geweldige ervaring
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Quiz

De zon schijnt op het terras
A
wg
B
ng

Slide 2 - Quiz

De zon schijnt fel te zijn vandaag
A
wg
B
ng

Slide 3 - Quiz

Jan Steen is een schilder uit de zeventiende eeuw
A
wg
B
ng

Slide 4 - Quiz

Hij schilderde het schilderij "Het vrolijke gezin"
A
wg
B
ng

Slide 5 - Quiz

Dat schilderij is altijd een topstuk van het Rijksmuseum geweest.
A
wg
B
ng

Slide 6 - Quiz

Jan Steen is een schilder uit de zeventiende eeuw.
Is is hier een
A
hww
B
kww
C
zww

Slide 7 - Quiz

Dat schilderij is altijd een topstuk van het Rijksmuseum geweest.
Het koppelwerkwoord is:
A
is
B
geweest

Slide 8 - Quiz

In een zin met meerdere werkwoorden is de infinitief of het voltooid deelwoord het koppelwerkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

In een zin met een naamwoordelijk gezegde kan geen lijdend voorwerp voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll