1: inleiding + behoeften

• PAV
• Secundair onderwijs

Waarom is dit belangrijk?

Je kan ...

• reële behoeften herkennen in een bepaalde situaties.
• gecreëerde behoeften herkennen in bepaalde situaties.
• voorbeelden geven van reële behoeften in bepaalde situaties.
• voorbeelden geven van gecreëerde behoeften in bepaalde situaties.
• uitleggen waarom een behoefte in een bepaalde situatie een reële behoefte is.
• uitleggen waarom een behoefte in een bepaalde situatie een gecreëerde behoefte is. 

Intro filmpje van Kelvin

“Vandaag gaan we het hebben over geld: doekoe 💰 

We hebben het allemaal nodig. Om te eten, voor kleding, om te wonen. Maar het is ook best ingewikkeld om er goed mee om te gaan. 

Geef je het allemaal in 1 keer uit of spaar je zodat je echt iets moois kunt kopen? 

En wordt je echt blij als je de nieuwste sneakers draagt, maar helemaal geen geld meer hebt? 

Maakt geld je gelukkiger? Of zijn andere dingen ook belangrijk? 

Tijdens deze les gaan we hier met elkaar achter komen. 

En oja : ik ben Kelvin!”

Enkele stellingen

Ben je het eens of oneens met de stelling.

We bespreken kort jullie mening.

Opdracht

Stap 1

Behandel de volgende stelling: Hoe belangrijk is geld in jouw leven?

Leerlingen kunnen antwoorden met:

Helemaal niet - Niet - Beetje - Belangrijk - Heel belangrijk - Het belangrijkste in het leven

Deze stelling komt aan het einde van de les terug. Als docent interessant om te kijken of de mening van leerlingen aan het einde van de les is veranderd, en vooral waarom.

Tip:

Maak een screenshot van de resultaten, deze kunnen handig zijn aan het einde van de les. 

Instructie docent

Doel: Leerlingen maken kennis met het thema van de les

Tip: 

Het is een introductie op de les. Vraag vooral door naar de redenen van de antwoorden. 

Instructie docent

Stap 2

Leerlingen moeten 3 dingen opschrijven die zij belangrijker vinden dan geld. Bespreek kort de antwoorden.

LET OP: Je kan maar 1 x antwoorden. Dus alledrie de dingen in 1 wolkje plaatsen.

Doel: Leerlingen maken kennis met het thema van de les

Tip: 

Het is een introductie op de les. Vraag vooral door naar de redenen van de antwoorden. 

Met geld omgaan is gemakkelijk

Als je spaart, kun je meer leuke dingen doen.

Geld verdienen met klusjes is slim.

Ik geef meer geld uit door reclame.

Ik kan goed met geld omgaan.

Leren omgaan met geld leer je van je ouders.

Jong geleerd is oud gedaan.

Wie geld heeft, is gelukkig.

Als ik duizend euro krijg, geef ik het dezelfde dag nog uit.

Waarover ging het filmpje?

s

Opdracht: Wants & Needs

Elk mens heeft ze: wants & needs. Oftewel: voorwerpen die je echt nodig hebt (needs) en die je graag zou willen hebben (wants). De leerlingen gaan 10 voorwerpen zien. Leerlingen mogen zelf bepalen welke voorwerpen ze in welke categorie slepen. 

Zijn het wants of needs?

Wants: Wat je graag zou willen hebben (niet noodzakelijk om te kunnen leven)

Needs: Wat je echt nodig hebt (noodzakelijk om te kunnen leven)

Instructie docent

Doel: Leerlingen krijgen inzicht in welke spullen ze echt nodig hebben en welke slechts leuk zijn om te hebben.

Tips docent:

• Per voorwerp kan je het gesprek aangaan. Bijvoorbeeld met schoenen: moeten het dan mooie dure Nikes zijn (wants) of heb je gewoon schoenen nodig (needs).
• Een mooie verdieping kan er plaatsvinden door te vragen hoe leerlingen denken zichzelf te kunnen voorzien van hun wants en needs. Je kan het met de leerlingen hebben over sparen en kopen op afbetaling en de risico’s daarvan.

Schoenen

Leerlingen kunnen in de poll aangeven dit een Wants of een Needs te vinden

Red Bull

Leerlingen kunnen in de poll aangeven dit een Wants of een Needs te vinden

Iphone

Leerlingen kunnen in de poll aangeven dit een Wants of een Needs te vinden

Laptop

Leerlingen kunnen in de poll aangeven dit een Wants of een Needs te vinden

Zonnebril

Leerlingen kunnen in de poll aangeven dit een Wants of een Needs te vinden

Waarover ging het filmpje?

Opdracht: Stellingenspel

Leerlingen gaan 6 stellingen beantwoorden die te maken hebben met geld en welbevinden (geluk).

Instructie docent

Doel: Leerlingen verkennen hun mening over de waarde van geld en de invloed daarvan op hun geluk

Tip: 

Bij de start van de les heb je al kunnen inventariseren hoe de klas denkt over geld en geluk. Per stelling kan je in deze oefening daar dieper op ingaan. 

Waarover ging het filmpje?

Stap 3

Eindig de nabespreking met de opdracht ‘Maak de zin af…’:

‘Jongeren zijn echt gelukkig wanneer ………’

Instructie docent

Doel: Leerlingen zoeken verdieping op het thema geld en geluk - kan nog scherper

Als docent is het belangrijk dat leerlingen de verdieping zoeken.

Behoeften

Wat is een behoefte?

pag. ...

• Wat heb je echt nodig?
• Wat wil je graag hebben?

Lucie en Roger, zijn de grootouders van Amélie. Lucie en Roger wonen in Gent in een open bebouwing met een hele grote tuin. Het onderhoud van deze tuin is voor hen te zwaar geworden. Het werk laten uitvoeren door een tuinonderhouder vinden ze vrij prijzig. Zij kijken uit naar een service flat om in te gaan wonen. Het huis wordt toch te groot voor hen.

Maxim, Lara, Kyenna, Latifah en Milo. Ze zijn allemaal leerlingen van het tweede middelbaar op het KA. Iedereen van het vriendengroepje heeft een smartphone van het merk Samsung. Enkel Kyenna, zij heeft nog een oude Huawei. Ondanks het feit dat deze nog goed werkt, spaart Kyenna voor dezelfde Samsung als haar vrienden.

Florence, Chivara, Peniel en James. Zij wonen in het ontwikkelingsland Congo. Dagelijks stappen ze 2 uur om drinkbaar water te halen. Dit is een helse tocht in de warme temperaturen. Florence is ook uit haar kleren gegroeid. Ze heeft dringend nood aan nieuwe, gepaste kledij.

Simon gaat dagelijks met zijn fiets naar school. Uiteraard kan er steeds iets gebeuren! Om zijn ouders steeds te kunnen bereiken, kreeg hij een GSM.

Sander gaat elke dag met de elektrische fiets naar het werk. Deze week pronkte zijn collega met zijn splinternieuwe Stromer, een -duur- merk van elektrische fietsen. Sander wil niet onder doen voor zijn collega en spaart voor een Stromer. Ook al is er nog niets aan zijn huidige elektrische fiets.

Opdracht

Is het een goed of een dienst?

onderwijs

1. goed
2. dienst

boodschappen

1. goed
2. dienst

cola die je drinkt

1. goed
2. dienst

De barman die jou een cola aanbiedt.

1. dienst
2. goed

Jouw fiets die voor jou wordt gemaakt.

1. goed
2. dienst

Geef 3 voorbeelden van diensten die nog niet in de voorbeelden aan bod zijn geweest.

Geef 3 voorbeelden van goederen die nog niet in de voorbeelden aan bod zijn geweest.

opdracht

pag. 4 t.e.m. 6 

+ zelfevaluatie pag. 6

Ik kan reële behoeften herkennen in een bepaalde situaties.

Ik kan gecreëerde behoeften herkennen in bepaalde situaties.

Ik kan voorbeelden geven van reële behoeften in bepaalde situaties.

Ik kan voorbeelden geven van gecreëerde behoeften in bepaalde situaties.

Ik kan uitleggen waarom een behoefte in een bepaalde situatie een reële behoefte is.

Ik kan uitleggen waarom een behoefte in een bepaalde situatie een gecreëerde behoefte is.