H2b - 12 avril 2021

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour H2b

Bienvenue!

Vous m'avez manqué!!!

Le planning d'aujourdhui: lundi 11 avril 2021

1. Kort bijpraten

2. Planning de aankomende laatste periode

3. Oefenen

4. Herhaling: passé composé

Le but d'aujourd'hui

Le but d'aujourd'hui:

A la fin du cours ...... (Aan het eind van de les...)

- weten wat je aan toetsen kan verwachten aankomende periode 

- de regel van de passé composé herhalen

Le planning de aankomende periode

1. Werkwoordtoets 

2. Toets vocabulaire taaldorp

3. Taaldorp

Werkwoorden toets

Regelmatig en onregelmatige werkwoorden

présent en passé composé

telt 1x mee

Na de meivakantie (fysiek)

Toets woorden vocabulaire

Er komt een taaldorp aan, je kan hier makkelijk een voldoende voor halen als je de vocabulaire leert die bij het taaldorp horen

Om jullie hierop goed voor te bereiden krijgen jullie hier een formatieve toets over

Taaldorp

Eind van de periode in juni 

Telt 3x mee

In verschillende settings bij verschillende docenten

Question:
Wat weet je nog van de
passé composé?

Passé composé

avoir

être

ont

es

avons

ai

sommes

avez

suis

a

as

sont

êtes

est

Wat heb je altijd nodig voor het maken van een passé composé?

Uit hoeveel delen bestaat Passé Composé?

1. 1
2. 2

Passé composé - gebruik

J’ai regardé un film pendant le week-end. 

Ik heb een film gekeken in het weekend.

Kijk naar bovenstaande voorbeeldzin. De passé composé gebruik ik om.... 

• iets over het verleden te vertellen

Passé composé - vorm

De passé composé bestaat, net als de Nederlandse voltooide tijd uit twee delen: 

• het bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. 

Passé composé - hulpww. 

• Wanneer het werkwoord in het être huisje staat, gebruik je het hww être (zijn)
  
• Voor de rest van de werkwoorden gebruik je het hww avoir (hebben)

Passé composé - vtdw. 

• Bij regelmatige ww in het Frans wordt vtdw het:
  - er : +é
  - ir : +i
  - re: +u

J'ai dansé (danser), j'ai maigri (maigrir), j'ai vendu (vendre)

Passé composé - vtdw. 

• Bij onregelmatige ww (être, avoir, faire, aller, pouvoir, sortir... etc) zijn er aparte vtdw, deze moet je gewoon leren

- être: été

- avoir: eu

- faire: fait

- aller: allé

- pouvoir: pu

- sortir: sorti

Passé composé - oefenen

1. On _____ _____ à Paris! (aller)

2. Elle _____ _____ une pizza. (manger)

3. Je _____ ______avec mon amie Léa. (sortir) 

4. Ils _____ ______ beaucoup de cadeaux. (avoir)

5. Elle ___ _____au cinéma avec sa mère (aller)

Les devoirs pour la semaine prochaine

* Lees de regel nog een keer HEEL goed door

* Maak het stencil dat in de bijlage staat als huiswerk en neem deze mee naar de les, deze bespreken we

* Begin met het bestuderen van de woorden