Grootheden en eenheden herkennen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 4

Korte quiz

Eindexamen 2022

Ik heb goed geleerd

😒🙁😐🙂😃

Er staat: U= 5V
Waar staat de U voor?

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand
4. Volt

De eenheid van frequentie is Hz.
Waar staat de Hz voor?

1. s
2. s⁻¹
3. ms⁻¹
4. sm⁻¹

We gaan de eenheid van energie, Joule, in andere eenheden zetten. Welke is correct?

1. J=Nm⁻¹
2. J=Nm
3. J=mN⁻¹
4. J=Nm²

Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?

1. micro, mega, milli
2. mega, milli, micro
3. milli, mega, micro
4. micro, milli, mega

2 kg= ...

1. 2.000.000 mg
2. 2.000 mg
3. 2.000.000 μg
4. 2.000 μg

Waar staat de letter 𝜌 voor?

1. Soortelijke weerstand
2. Soortelijke lading
3. Soortelijke dichtheid
4. Soortelijke warmte

Iemand schrijft op haar examen de volgende antwoorden. Welke is goed?

1. a=2,3m⋅s​2​​
2. v=2,3​s​−2​​​​m​​
3. a=2,3​s​2​​​​m​​
4. a=2,3​s​−2​​​​m​​

Wat is de juiste schrijfwijze van de eenheid kilowattuur?

1. KwH
2. kWh
3. kwh
4. KWH

Een draad heeft een doorsnede van
Dat is hetzelfde als:

1,0mm​2​​

1. 1,0⋅10​−3​​m​2​​
2. 1,0⋅10​−6​​m​2​​
3. 1,0⋅10​−9​​m​2​​
4. 1,0⋅10​3​​m​2​​

kilowattuur (kWh) is een eenheid van...

1. Vermogen
2. Spanning
3. Stroomsterkte
4. Energie

Een kWh is ook een eenheid van energie. Hoeveel Joule is een kWh?

1. 3,6
2. 3,6⋅10​6​​J
3. 1000J
4. 3600J

Je krijgt in het examen een formule die je nog nooit hebt gezien. Hij luidt:


Je wilt D weten. Hoe bereken je die?

A=B⋅​D​​C​​

1. D=​C​​A⋅B​​
2. D=​B​​A⋅C​​
3. D=​B⋅C​​A​​
4. D=​A​​B⋅C​​

We zien in 't examen een grootheid die je uitrekent door de snelheid te delen door de versnelling:
Wat is dan de eenheid van q?

q=​a​​v​​

1. s
2. m/s
3. m/s²
4. s⁻¹

Een ander woord voor een amperemeter is een

1. voltmeter
2. spanningsmeter
3. stroomsterktemeter
4. elektriciteitsmeter

Als je milliseconde om wilt rekenen naar seconde moet je

1. vermenigvuldigen met 1000
2. vermenigvuldigen met 60
3. delen door 60
4. delen door 1000

Om het volume uit te rekenen moet je

1. lengte x breedte
2. oppervlak x hoogte
3. breedte x hoogte
4. oppervlak x breedte

Een voltmeter schakel je

1. parallel met het symbool
2. in serie naast het symbool

Bij een U, I diagram staat

1. De U op de x-as
2. De U op de y-as
3. Het maakt niet uit op welke as
4. Dit staat altijd in de tekst

van km/h naar m/s is het

1. delen door 3,6
2. keer 3,6
3. delen door 3600
4. keer 3600

Het symbool W staat voor

1. Wrijving
2. Weerstand
3. Arbeid
4. Moment