Weer & Klimaat

Oefeningen Weer & Klimaat
AK
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefeningen Weer & Klimaat
AK

Slide 1 - Slide

Deze opdrachten bestaan uit een woordweb, meerkeuzevragen, sleepvragen en open vragen.


Succes!!

Slide 2 - Slide

Breedteligging heeft niets met temperatuur te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Aflandige wind brengt in de winter warme lucht mee
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Aanlandige wind is in Nederland een westenwind
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

In de winter zorgt wind vanuit zee voor
A
verkoeling
B
hogere temperaturen
C
eb
D
stijgingsregens

Slide 6 - Quiz

Plaatsen op dezelfde breedteligging kunnen verschillende temperaturen hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bij de evenaar is de invalshoek van de zon
A
Klein
B
Groot

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Zie vorige slide.
New York ligt op dezelfde breedtegraad als Madrid (40°N.B.) Waarom is het weer in NY toch anders? Noem in je antwoord 2 klimaatfactoren.

Slide 10 - Open question

Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag. 
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt. 
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag. 
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat

Slide 11 - Drag question


Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging aan zee
D
zeestromen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Zie vorige slide.
De temperatuur op de Martinitoren is 7°C. De Martinitoren is 100m hoog. Wat is de temperatuur aan de grond?
A
1°C
B
6,4°C
C
7,6°C
D
13°C

Slide 14 - Quiz

Sleep de namen van de klimaten naar de juiste klimaatgrafieken:
Poolklimaat
Landklimaat
Gematigd zeeklimaat
Woestijnklimaat
Tropisch klimaat

Slide 15 - Drag question

Sleep de namen van de 8 klimaten naar de juiste plek:
landklimaat
tropisch regenwoudklimaat
savanneklimaat
gematigd zeeklimaat
steppeklimaat
toendraklimaat
poolklimaat

Slide 16 - Drag question

Boven zee stijgt                              lucht op. 

Als de lucht omhoog gaat langs de berg dan wordt deze   

Boven aan de berg valt dan                       neerslag. 

Aan de andere kant van de berg wordt de lucht                                 & 

Hier valt                            neerslag. Dit is de 
Warme
Droger
Warmer
Kouder
Loefzijde
Lijzijde
Veel
Geen

Slide 17 - Drag question

De Noordpool en Zuidpool hebben een lage luchtdruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Sleep de hoge- en lage luchtdruk naar de juiste plek op de weerkaart
Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk

Slide 19 - Drag question

Door welke landschappen kom je als je van de Noordpool naar Zuid-Europa reist? Zet onderstaande landschappen in de goede volgorde. Begin met de Noordpool en eindig met Zuid-Europa.
Noordpool -------------------------------> Zuid-Europa

Naaldbomen

Gematigde zone

Sneeuw en ijs

Toendra

Slide 20 - Drag question

Het verschil tussen savanne, tropisch regenwoud en steppeklimaat
savanne
tropisch regenwoud
steppe
gras, geen bomen
meer open landschap
dicht begroeid, etages
droge tijd (s of w) door verschuiven ITCZ
geen droge tijd (f),
vrijwel altijd neerslag
droogteklimaat
300-500 mm p. jr.

Slide 21 - Drag question

EINDE 

Slide 22 - Slide