Future: present simple, present continuous, going to and will

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Future

Present Simple

Present Continuous

Will

Going to

Present simple

Regel:

Gebruik het hele werkwoord bij: I / you / we / they / meervoud

Gebruik een –s achter het ww bij: he / she / it / 1 jongen/meisje

Wanneer gebruik je deze tijd?

Bij tijden volgens een vast schema (openingstijden, dienstregelingen, werk-/schoolroosters, etc.)

They ............................ football every day.

1. play
2. plays

The train ...................... at 11.45.

1. leave
2. leaves

The shop ........................... at eight o'clock.

1. open
2. opens

Present continuous

Regel:                                               Am -->  I

am/is/are + ww+ing                            Is   -->  he / she / it

                                                          Are -->  you / we / they / meervoud

Wanneer gebruik je deze tijd?

Bij afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd EN plaats al vaststaat

I ......................... my parent's house tomorrow.

1. am visiting
2. is visiting
3. are visiting

Susan......................... dinner at that new restaurant tonight.

1. am having
2. is having
3. are having

They ......................... flying to Rome next week.

1. am flying
2. is flying
3. are flying

Going to

Regel:                                               Am -->  I

am/is/are + going to + hele ww          Is   -->  he / she / it

                                                          Are -->  you / we / they / meervoud

Wanneer gebruik je deze tijd?

- iemand is in de toekomst iets van plan

- voorspellingen waar wel bewijs voor is (“het gaat regenen”: je ziet 

  donkere wolken)

I ......................... for my test tonight.

1. am going to study
2. is going to study
3. are going to study

We ......................... sushi for dinner.

1. am going to have
2. is going to have
3. are going to have

Look at the dark clouds! It ......................... soon.

1. am going to rain
2. is going to rain
3. are going to rain

Will

Regel:

will + hele ww

Wanneer gebruik je deze tijd?

 - iets aanbieden

 - beloftes, aankondigingen en besluiten

 - voorspellingen waar geen bewijs voor is (“zij gaat de wedstrijd 

   winnen”: dit denk je, weet je niet zeker)

They ..................... the match tomorrow.
(win)

I ..................... you with those bags.
(help)

She ..................... you some tea.
(get)

Huiswerk: woensdag 7 april

Boekje: Opdracht 1 t/m 4

Kijk goed welke tijd je moet gebruiken! 

(staat boven de opdracht aangegeven)