Lijdend Voorwerp 9-12-2021

Spelling Blok 4 Week 1 Les 3
Je leert het lijdend voorwerp herkennen in een zin.

Bijvoorbeeld:
Ik zie de boom.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling Blok 4 Week 1 Les 3
Je leert het lijdend voorwerp herkennen in een zin.

Bijvoorbeeld:
Ik zie de boom.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat je al weet: persoonsvorm in een zin vinden.

Ik zie de boom.
Maak 'm vragend, dus:
Zie ik de boom?

Zie is de persoonsvorm in deze zin.
Wat je al weet: onderwerp in  een zin vinden.

Ik zie de boom.
Wie/Wat + persoonsvorm?
Wie/Wat zie(t)? Ik.

Ik is het onderwerp in deze zin.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Miriam leest een boek.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
De actievoerder riep zijn vrienden.
A
actievoerder
B
zijn vrienden
C
riep
D
de actievoerder

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het lijdend voorwerp...
Net als de persoonsvorm en het onderwerp is dit een zinsdeel.
Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling. Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen:
Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp (+ andere werkwoorden)?

Slide 5 - Slide

Vervolg de uitleg met het filmpje. Een duidelijk filmpje zegt vaak meer dan 1000 woorden.
1

Slide 6 - Video

This item has no instructions

00:20
Met de korte uitleg van net: zou je nu al kunnen bedenken wat het lijdend voorwerp in deze zin is?

Slide 7 - Open question

Bewust nog geen antwoord geven, maar laten afwachten tot het einde van de instructie.
Nog één voorbeeldje...
Samen hebben ze de reden verteld.

Wie / wat + persoonsvorm + onderwerp (+ andere werkwoorden)?

Slide 8 - Slide

Wie/wat hebben ze verteld? De reden!
Wat is het lijdend voorwerp?
Dit tropische eiland heeft een officiële taal.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Dictee!
Vul de antwoorden in in het venster. Let op categorieën, leestekens, hoofdletters en werkwoordregels.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf het eerste woord op.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Schrijf het tweede woord op.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Schrijf het derde woord op.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Schrijf het vierde woord op.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Schrijf het vijfde woord op.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de eerste zin op.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de tweede zin op.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de derde zin op.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

En dan nu zelf aan de slag: p. 54
Opdracht 1: Wat is het lijdend voorwerp? Schrijf het VOLLEDIG op!!
Opdracht 2: Wat is het lijdend voorwerp? Schrijf het VOLLEDIG op!!
Opdracht 3: Plaats de leestekens op de juiste plek in de zin. Welke woorden moeten met hoofdletter? Schrijf die dan ook op MET hoofdletter!!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Als je klaar bent?
Dan ga je voor jezelf aan de slag! Denk bijvoorbeeld aan de weektaak. Moet je nog iets anders afmaken of leren? Let op dat je je klasgenootjes rustig laat doorwerken!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Als check: wat is het lijdend voorwerp in deze zin? En leg straks eens uit waarom?
De minister zou hem gewaarschuwd hebben.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Tot slot: hoe heb je deze manier van les krijgen ervaren? Heb je tips/tops?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions