B1 InZicht thema 2

De les van 13 september 2021 
InZicht thema 2 
Plannen voor de toekomst. 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De les van 13 september 2021 
InZicht thema 2 
Plannen voor de toekomst. 

Slide 1 - Slide


Slide 2 - Poll

De les van vandaag 
1.  Woordenschat: wie heeft een nieuw woord? 
2.  Toets thema 1 
Pauze 
3. Opdracht Werkfestival Sneek 2021 
4. Thema 2 : Oefening 1 en 2 

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Opdracht Werkfestival 
Thema 2: oefening 7 en 8 maken 

Slide 4 - Slide

Welkom op de les van 16 september 2021 

Slide 5 - Slide

Vandaag: 
1.  Toets thema 1: 
a. wie heeft het nog niet gedaan? 
b. bespreking individueel 
2. Log in bij 'lesson-up'. 
3.  Korte terugblik 'zullen'. 
4.  Oefenen onregelmatige werkwoorden
5.  Lezen en woorden thema 2 (oefening 1,2 en 3) 
6. Opdracht Werkfestival afmaken en presenteren 

Slide 6 - Slide

Vertel: wanneer gebruik je het werkwoord 'zullen'?

Slide 7 - Open question

De les van 20 september 2021 
B1 
Woorden 
Lezen 
Luisteren 

Slide 8 - Slide

Wat oefen en leer je vandaag? 
1.  Nieuwe woorden? 
2.  Bespreken toets thema 1: wie heeft een vraag? 
3. Zinnen maken met woorden thema 2 
4. Lezen -> samenvatting maken 
5. Luisteren  (oefening 15 en 16) 
Klaar? Oefen dan met andere luisteroefeningen (link) 

Slide 9 - Slide

Maak een zin met de woorden. 
1. Werk in groepjes van 2 of 3 personen
2. Maak  eerst zelf zinnen. 
3. Bespreek deze zinnen met de anderen in jouw groep. 
4. Kies de beste zin per woord uit en schrijf die op het bord.  

Slide 10 - Slide

Maak een zin met de woorden
Groep 1
Groep 2
Groep 3 
toevallig
bijpraten
bevallen
de ervaring
het geluk
het verslag 
inderdaad
harstikke 
binnenkort 
de stage 
iets met elkaar hebben
het maatje 

Slide 11 - Slide

Lezen 
1. Lees de tekst (NB week 37)
2. Welke woorden ken je niet?  
3. Maak nu een samenvatting: 
- streep eerst de informatie die niet belangrijk is weg per alinea
- maak dan een korte samenvatting 
- lees deze voor aan de groep 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Luisteren 
- online oefeningen uit het boek -> hoe gaat dat? 
- oefening 16 nu samen 
- extra luisteroefeningen (link)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Wat heb je geleerd? 
Noem 1 punt. 

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor donderdag, 23 september 
Maak de oefeningen 10, 12 en 14. 

Slide 18 - Slide

De les van donderdag, 23 september 2021

Slide 19 - Slide

Wat leer je vandaag? 
1. Bespreken oefeningen 10, 12 en 14 
( en 7 en 8 individueel bespreken) 
2. Oefenen met zullen 
3. Werken met het classnotebook: oefening met de woorden 
4. Taaltempo: zouden 

Slide 20 - Slide

Taaltempo
blz. 148 en 149 

Slide 21 - Slide

Bespreken oefeningen
Thema 2 oefeningen  10, 12 en 14 

Klaar: pak een laptop en ga naar www.lessonup.app 

Slide 22 - Slide

Het hulpwerkwoord zullen
Vertel: wanneer gebruik je 'zullen'? 

Slide 23 - Slide

De betekenis van zullen. 
1. verplicht zijn
-> je zult je bord leegeten!
2. geeft aan dat het in de toekomst gaat gebeuren
-> ik zal het je uitleggen
3. geeft mogelijkheid of waarschijnlijkheid aan
-> hij zal morgen wel komen 

Slide 24 - Slide

Is de zin een belofte of een voorstel?
Zullen we straks gaan wandelen?
A
belofte
B
voorstel

Slide 25 - Quiz

Ik zal de auto morgen naar de garage brengen
A
belofte
B
voorstel

Slide 26 - Quiz

We zullen je helpen met het opknappen van je huis.
A
belofte
B
voorstel

Slide 27 - Quiz

Is het een sterke wil of een belofte?
Ik zal mijn rijbewijs halen!
A
sterke wil
B
belofte

Slide 28 - Quiz

We zullen de wedstrijd winnen.
A
sterke wil
B
toekomst

Slide 29 - Quiz

Het zal een koude winter worden.
A
toekomst
B
sterke wil
C
belofte
D
voorstel

Slide 30 - Quiz

Je zult naar mij luisteren.
A
toekomst
B
sterke wil
C
voorstel
D
belofte

Slide 31 - Quiz

Hij zal je straks naar het station brengen.
A
toekomst
B
voorstel
C
belofte
D
sterke wil

Slide 32 - Quiz

Welke functie heeft zouden in deze zin: ze zouden graag naar de musical Cats in Londen gaan.
A
wens
B
advies geven
C
geen realiteit

Slide 33 - Quiz

Als ik jou was, zou ik vanavond niet naar dat feestje gaan. Je hebt morgen een toets!
A
advies
B
wens
C
geen realiteit

Slide 34 - Quiz

Als ik in Den Haag zou wonen, zou ik elk weekend naar het strand gaan
A
advies
B
wens
C
geen realiteit

Slide 35 - Quiz

Zou ik even mogen bellen?
A
advies
B
wens
C
geen realiteit

Slide 36 - Quiz

Even oefenen: maak zinnen met zullen 
1. een verhaal vertellen (belofte) 
2. de trein vertrekt om 13.15. (toekomst)
3.  Ajax wint de Europacup (sterke wil) 
4. naar de film gaan (voorstel) 

Slide 37 - Slide

Even oefenen met zinnen met zouden. Maak de volgende zinnen af: 
1. Als ik een partner zou zoeken,  ...
2. Als Mirjam kon skiën, ....
3. Als ..... , zou hij met haar trouwen. 
4. Als we problemen met onze buren hadden, ......
5. Als ......., zou ik veel geld verdienen. 
6. Als ...... . zou ik meteen verhuizen. 
7. Als we in Zwitserland woonden, .......

Slide 38 - Slide

Classnotebook 
1. Ga naar Teams 
2. Ga naar Classnotebook 
3. Zoek jouw naam
4. Ga naar huiswerk 
5. Maak de puzzel 

Slide 39 - Slide

De les van 27 september 2021 
- nieuwe woorden (woorden document) 
- opdracht woorden (puzzel): gelukt? 
- oefenen onregelmatige werkwoorden 
- luisteroefeningen 15 en 16 
- leestekst 


Slide 40 - Slide

Huiswerk voor donderdag, 30 september 2021 
Maak de oefeningen 27, 28 en 29. Thema 2 

Slide 41 - Slide

De les van 30 september 2021 
1. Nieuwe woorden? 
Woordweb woorden thema 2 
2. Bespreken van de vragen van de tekst van maandag. 
3. Bespreken oefeningen 27, 28 en 29. 
4. Schrijven met zouden (advies) 
5. Oefenen met zelfstandig naamwoord met vast werkwoord 
6. Dictee 

Slide 42 - Slide

sparen

Slide 43 - Mind map

afronden

Slide 44 - Mind map

bereiken

Slide 45 - Mind map

burgerlijk

Slide 46 - Mind map

toevallig

Slide 47 - Mind map

maatje

Slide 48 - Mind map

de zaak

Slide 49 - Mind map

Dictee thema 2 
1. We houden allebei van wandelen en mooie plaatsen bekijken. 
2. Ik heb mijn vriend ontmoet tijdens mijn vakantie in Frankrijk. 
3. Wanneer ga je stagelopen voor je opleiding? 
4. Succes met werken, ik ga lekker naar het strand! 
5. Ik doe twee keer per week yoga, dat bevalt mij goed. 
6. Wat toevallig, we hebben dezelfde schoenen. 
7. Toen ik een kind was, heb ik een keer mijn arm gebroken. 
8. De trein heeft vertraging, dus we moeten later gaan lunchen. 

Slide 50 - Slide

Huiswerk voor a.s. maandag 
Oefening 32, 33 en 34 maken. 

Slide 51 - Slide