2GA 22 mei

Wat gaan we doen?
  • M.O. woordjes H. 9.
  • Bespreken vragen bij 9C-a.
  • Bespreken vragen bij 9C-b.
  • Maken diagnostische toets H. 9. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • M.O. woordjes H. 9.
  • Bespreken vragen bij 9C-a.
  • Bespreken vragen bij 9C-b.
  • Maken diagnostische toets H. 9. 

Slide 1 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • a. JUPITER BEZOEKT LYCAON
  • 1. Plusquamperfectum, aan de uitgang –erat.
  • 2. ‘omdat ik wilde dat die schande onwaar was’;
    quam cupiens falsam 
  • 3. a. Olympo;
  • b. ‘de top (van)’

Slide 2 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 4. a. humana
  • b. imagine 
  • 5. a. Maenala (214) en pineta (217) 
  • b. Overtrekken (berg); 
  • trekken door (bos); 
  • c. Plusquamperfectum; 
  • d. Hoge berg: het is er koud (gelidi, 217)

Slide 3 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 6. Dit moet nog blijken, want later pas blijkt Lycaon geen goede gastheer te zijn.
  • 7. a. ‘dat er een god gekomen was’
  • b. nominativus
  • c. persoonsvorm
  • d. ‘dat
  • 8. vulgus (r.220)

Slide 4 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 9. hic (r.222)
  • 10. Hij wil het helemaal zeker weten
  • 11. gravem en me hebben allebei dezelfde naamval en hetzelfde getal (accusativus ev.)
  • 12. Een dood die je niet kan vermoeden / zien aankomen

Slide 5 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 13. a. vroom
  • b. sterfelijk, sterveling
  • c. zal zijn
  • 14. Nee: goden weten alles

Slide 6 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • b. LYCAON STELT JUPITER OP DE PROEF
  • 1. Dat hij een god is.
  • 2. Zijn poging om Jupiter ’s nachts te doden.
  • 3. Hij vermoordt hem en wil zijn vlees als maaltijd aan Jupiter voorzetten, om zo erachter te komen of Jupiter het merkt dat hij mensenvlees voorgezet krijgt.

Slide 7 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 4. Aan de naamval: net als missi staat obsidis in de genitivus.
  • 5. ‘voor een deel…voor een deel’
  • 6. Gekookte en geroosterde ledematen.
  • 7. a. bij Penates (r.231)
  • b. het huis (metonymie)

Slide 8 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 8. exululat (r.233): hij huilt
  • 9. van zichzelf: ab ipso (r.233)
  • 10. solitae wordt vertaald alsof het met cupidine congrueert, en niet met caedis. Grammaticaal gezien hoort solutae wel bij caedis (gen. ev.) en niet bij cupidine (abl. ev.). 
  • 11. r.237: veteris…vestigiae formae; r.238: violentia vultus
  • 12. lupus (r.237)

Slide 9 - Slide

Tekst 9C: De wrede Lycaon
  • 13. Hiermee benadrukt hij dat Lycaon nog steeds dezelfde inborst heeft.
  • 14. a. tevreden
  • b. vlam
  • c. verlangen
  • d. spoor
  • e. oog
  • 15. De wolf heeft nog dezelfde eigenschappen als Lycaon (zie verzen 237-9).

Slide 10 - Slide

Aan het werk.
Maak de diagnistische toets van hoofdstuk 9.

Slide 11 - Slide

Huiswerk.
Leren woordjes en grammatica H. 9.

Toets woordjes hoofdstuk 9!



Slide 12 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 13 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 14 - Open question