Selftest en zelfbeoordeling unit 3 Relationships

Vandaag
  • Afronden unit 3 'Relationships'.
  • Selftest unit 3
  • Volgende week woensdag toets unit 3 ( 28 februari)
  • Wat moet/ga je daarvoor nog doen?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vandaag
  • Afronden unit 3 'Relationships'.
  • Selftest unit 3
  • Volgende week woensdag toets unit 3 ( 28 februari)
  • Wat moet/ga je daarvoor nog doen?

Slide 1 - Slide

Past continuous
Past simple
Should/shouldn't
May/might
Adverbs
Place of the adverb

Tekst
Words & phrases
Adjective of adverb

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video


A
may
B
might

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik je may of might?
A
om toestemming te vragen of te zeggen dat iets niet is toegestaan
B
om te zeggen dat iets niet is toegestaan volgens de regels
C
om te zeggen dat je fantastisch bent
D
je gebruikt may of might nooit

Slide 6 - Quiz

... i go to the toilet please
A
may
B
might

Slide 7 - Quiz

May en might betekenen allebei misschien. Welk van de 2 is formeler?
A
May
B
Might

Slide 8 - Quiz

Past simple or past continuous?
Was Andrew playing computer games?
A
Past continuous
B
Past simple

Slide 9 - Quiz

Past simple or past continuous?

We sang that song yesterday
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 10 - Quiz

Past Simple / Past Continuous

You ... (study) when she called.
A
Past Continuous
B
Past Simple

Slide 11 - Quiz

Ik weet het verschil tussen de past simple en past continuous en kan deze vorm maken en toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Helemaal niet

Slide 12 - Quiz

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 13 - Quiz

Past simple of past continuous:

She ________ when the shark _______ her.
timer
1:00
A
surfed; attacked
B
was surfing; attacked
C
surfed; was attacking
D
was surfing; was attacking

Slide 14 - Quiz

Maak de selftest van unit 3 (online)
Klaar?
Laat mij de resultaten zien
Welk onderdeel beheers je al goed?
Samen bespreken: welke onderdelen moet je nog extra oefenen?

Hoe ga je komende week leren en oefenen voor de toets?

Slide 15 - Slide