STARTERVARING: STELLING NEMEN

STARTERVARING: STELLING NEMEN

Aan het einde van de les kun je...

• Een standpunt innemen over de stelling dat geschiedenis uit feiten bestaat en niet uit herinneringen.
• Argumenten geven voor je standpunt over de aard van geschiedenis.
• Samenwerken met een klasgenoot om je mening te vormen en te verdedigen.
• Je mening herzien op basis van de argumenten van anderen.

Wat weet je al over geschiedenis en herinneringen?

Stelling over geschiedenis en herinneringen

Bij aanvang van de les wordt een stelling gepresenteerd over geschiedenis en herinneringen.

Verdeelsleutel kaartjes en vorming van duo's

Groen kaartje: symbool voor instemming met de stelling
Rood kaartje: symbool voor afwijzing van de stelling
Duo's vormen: twee leerlingen met tegengestelde meningen laten discussiëren en samenwerken

Debat en argumentatie

Afhankeijk van de verdeling van groene en rode kaartjes gaan leerlingen in duo's debatteren en samenwerken of individueel hun argumenten presenteren en eventueel hun mening herzien.

Herziening van mening en omwisselen van kaartjes

De leerlingen moeten hun kaartjes bewaren en het aantal voor- en tegenstanders wordt op het bord genoteerd. Mening herzien: na het horen van argumenten van anderen besluiten of je nog steeds achter je oorspronkelijke keuze staat.

Samenwerking en discussie binnen de klas

Leerlingen moeten samenwerken met een klasgenoot om hun mening te vormen en te verdedigen. Ook is er ruimte voor discussie binnen de klas.

Definition List

• Groen kaartje: symbool voor instemming met de stelling
• Rood kaartje: symbool voor afwijzing van de stelling
• Duo's vormen: twee leerlingen met tegengestelde meningen laten discussiëren en samenwerken
• Mening herzien: na het horen van argumenten van anderen besluiten of je nog steeds achter je oorspronkelijke keuze staat

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.