Paragraaf 5.4 De invloed van de media

Paragraaf 5.4 Invloed van de media

Hoofdstuk 5 Media
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.4 Invloed van de media

Hoofdstuk 5 Media

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat de invloed van de media is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Als een staat voortdurend negatief over een bepaald volk praat dan is dit een voorbeeld van
A
Indoctrinatie
B
Censuur

Slide 4 - Quiz

Persvrijheid
A
als je verstandig gebruik maakt van de media.
B
is dat je je steeds een beeld vormt van iets of iemand.
C
is de vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.
D
is verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.

Slide 5 - Quiz

censuur is...
A
expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
B
het opdringen van een mening
C
bewust en onbewust kiezen wat je wil zien
D
je een beeld vormen van iets, iemand of een situatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Controle- of waakhondfunctie betekent dat....
A
de overheid de media controleert
B
de media de overheid controleert

Slide 10 - Quiz

SBS6 heeft vorig jaar ontdekt dat de beveiliging op Schiphol niet deugde. Er werden later vragen hierover gesteld aan de minister. Welke maatschappelijke functie voert deze omroep dan uit?
A
Informatieve functie
B
Socialiserende functie
C
Controle waakhondfunctie
D
Meningsfunctie

Slide 11 - Quiz

Raadsel:

Een chirurg en zijn zoon zitten samen in de auto. Ze krijgen een ongeluk. De vader raakt bewusteloos. De zoon is zwaargewond. Hij moet met spoed geopereerd worden. In het ziekenhuis kijkt de chrirug naar de patiënt en zegt: "Ik opereer deze jongen niet, want het is mijn zoon!"


Hoe kan dit?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Objectief?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Selectieve waarneming
A
is dat je zelf kiest wat je wilt zien en horen.
B
is een beeld van mensen en situaties dat er perfect uitziet.
C
is het recht op een privéleven.
D
zijn boodschappen van bedrijven die willen dat jij hun producten gaat kopen.

Slide 25 - Quiz

Beeldvorming is...
A
Je vormt je steeds een beeld van iets of iemand
B
Je ziet wat je wilt zien
C
Selectieve waarneming
D
Vrijheid van journalisten om te schrijven wat ze willen

Slide 26 - Quiz