Telefoon in telefoontas Jas uit en tas van tafel Pak laptop Ga in deze Lesson Up
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in telefoontas Jas uit en tas van tafel Pak laptop Ga in deze Lesson Up
Slide 1 - Slide
Huiswerk
Bestudeer Lesson Up en 9.2 & maak van 9.2 opdr 18 tm 25
Lees start 9.3: maak opdr 2 tm 7
Slide 2 - Slide
Leerdoel 1 [herhaling]
Je kunt uitleggen hoe de lever bijdraagt aan het constant houden van het glucosegehalte van het bloed.
Slide 3 - Slide
Leerdoel 2 [herhaling]
Je kunt uitleggen welke rol de lever speelt bij de afbraak van rode bloedcellen
Slide 4 - Slide
Afbraak van rode bloedcellen
Rode bloedcellen -
geen celkern en leven 120 dagen, hemoglobine (rood bloedeiwit dat zuurstof kan binden)
per seconde 2 miljoen rode bloedcellen
- gevormd in rode beenmerg
- afgebroken in de lever
Slide 5 - Slide
... en galvorming
hemoglobine wordt afgebroken tot
- ijzer (afgeven aan bloed, gerecyceld door beenmergcellen)
- billuribine (geel, giftig, komt in gal, gaat het verteringsstelsel in)
poepbacteriën in dunne en dikke darm zetten gele billuribine om in bruine kleurstof
Slide 6 - Slide
Leerdoel 3 [nieuw]
Je kunt uitleggen welke rol de lever speelt bij de afbraak van giftige stoffen en medicijnen
Slide 7 - Slide
Giftige stoffen
Ontgifting = afbreken (schadelijke) stoffen uit je bloed
- alcohol
- drugs
- medicijnen
- zware metalen
afbreken door enzymen
uitscheiden met de gal
Slide 8 - Slide
Gevolgen alcohol
Cirrose is het onomkeerbare proces waarbij levercellen worden omgezet tot littekenweefsel.
Veel en vaak alcohol drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.
Slide 9 - Slide
Veel medicijnen hebben een werking van slechts een paar uur. Dit heeft voornamelijk te maken met de lever. Leg dit uit (T1)
Slide 10 - Open question
Leerdoel 4 (nieuw)
Je kunt uitleggen wat de functie van de nieren is en op welke manier dit plaatsvindt
Slide 11 - Slide
Wat zien we hier?
Slide 12 - Slide
Zoek op in je boek. Wat doen je nieren?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
Niereenheid
In de niereenheiden (nefronen) wordt daadwerkelijk het bloed gefilterd.
Nefronen werken via vier stappen
Bloeddruk
Ultrafiltratie
Terugresorptie
Uitscheiding
Ezelsbruggetje volgorde = BUTU
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Samenvattend
Door een hoge bloeddruk wordt het bloedplasma d.m.v. ultrafiltratie uit het bloed gehaald. Dit heet nu voorurine.
Tijdens de terugresorptie worden de nuttige stoffen zoals glucose, aminozuren, water en zouten teruggehaald naar het bloed
De overige afvalstoffen blijven in het nierkanaaltje en gaan via de verzamelbuis naar de blaas. Hier wordt het uitgescheiden
Slide 22 - Slide
Nierproblemen
Wat zien we hier rechts? Waar ontstaat het? Hoe ontstaat het? Hoe geneest het?
Antwoorden
Rechts zijn nierstenen. Deze kunnen ontstaan in de nierbekken of urineleider. Nierstenen bestaan uit samengeklonterde afvalstoffen die in de urine zitten. Vaak zitten hier veel zouten in, wat voor de harde structuur zorgt.
Slide 23 - Slide
Huiswerk 16 feb
Bestudeer Lesson Up en 9.2 & maak van 9.2 opdr 23 en 24
Lees start 9.3: maak opdr 2 tm 11 (3 mag je overslaan)
Ben je al klaar? Maak vast een begrippenlijst of oefen op biologiepagina.nl
Slide 24 - Slide
Welke componenten worden niet uit het bloed gehaald via ultrafiltratie? Waarom niet?
Slide 25 - Open question
Waar lijkt voorurine qua samenstelling het meest op?
A
bloed
B
urine
C
bloedplasma
Slide 26 - Quiz
Mensen met een te lage bloeddruk kunnen last krijgen van hun nieren. Leg uit hoe dit kan.(T2)
Slide 27 - Open question
Welke stoffen worden terug geresorbeerd in de Lis van Henle?
Slide 28 - Open question
Wat maakt dat je plas soms licht en soms donkerder is qua kleur?
Slide 29 - Open question
Als je alcohol of koffie drinkt dan moet je daarna vaker plassen. Leg uit wat voor effect alcohol en koffie hebben op de afgifte van ADH. Leg daarna uit wat voor gevolgen dit heeft voor de hoeveelheid urine.