Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron

Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
Paragraaf 1: Atomen als stralingsbron.

8.1.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met ‘natuurlijk radioactief’ en ‘kunstmatig radioactief’.
8.1.2 Je kunt het verschil toelichten tussen de moleculen van een verbinding en de moleculen van een element.
8.1.3 Je kunt beschrijven hoe atomen zijn opgebouwd uit drie verschillende kleinere deeltjes.
8.1.4 Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen de isotopen van één element.


Slide 3 - Slide

ioniserende straling

Sommige stoffen stralen ioniserende straling uit.

Deze straling zorgt ervoor dat de bouwstenen van de moleculen veranderen : de atomen veranderen.

Slide 4 - Slide

Radioactieve stoffen

Henri Becquerel ontdekte dat sommige stoffen ioniserende straling uitzenden in 1896.

Hij noemt dit Radioactief.



Slide 5 - Slide

Natuurlijk radioactief

Overal om je heen vindt je kleine hoeveelheden radioactieve stoffen.
Dit noem je
natuurlijk radioactief.
(bv Uranium)

Slide 6 - Slide

Kunstmatig radioactief
We kunnen sinds de ontdekking ook zelf stoffen radioactief maken.
We noemen dat
kunstmatig radioactief.

Dit wordt veel gebruikt in ziekenhuizen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Moleculen en atomen
Een molecuul dat uit verschillende atomen bestaat noem je een verbinding

Slide 9 - Slide

Ingezoomen op een  atoom
Als we inzoomen op een atoom zien we dat deze bestaat uit een "kern" en een "mantel".
Als de kern als een voetbal van 30 cm diameter wordt voorgesteld, ligt de mantel op een afstand van maar liefst 30 km verderop. Voetbal in Rotterdam, elektron in Hardinxveld-Giessendam.

Slide 10 - Slide

Ingezoomen op een  atoom
Als we inzoomen op een atoom zien we dat om de atoomkern elektronen zweven. 

Deze zijn negatief elektrisch geladen en hebben "geen" massa.

Slide 11 - Slide

Atoomkern
De kern is opgebouwd uit 2 onderdelen namelijk neutronen en protonen

De protonen zijn negatief geladen (tegenovergestelde van elektronen)

Neutronen zijn neutraal geladen (dus niet positief maar ook niet negatief)


Slide 12 - Slide

Atoom

Elektronen: negatief geladen
massa 0
Protonen : positief geladen
massa 1
Neutronen: neutraal geladen
massa 1
De massa van een proton is 0,000000000000000000000000167 g

Slide 13 - Slide

De samenstelling van een atoom bepaalt zijn plaats in het periodiek systeem van de elementen.

Slide 14 - Slide

Bepaling onderdelen van een atoom met het periodiek systeem.

Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern.
In het periodiek systeem kan je vinden dat Oxygen (zuurstof) atoom nummer 8 heeft. 

Dit betekent dat hij 8 protonen heeft. 
Het aantal protonen is gelijk aan elektronen. 
Dus hij heeft ook 8 elektronen.
(8 pos. deeltjes, en 8 neg. deeltjes)


Slide 15 - Slide

Binas tabel 34
Koolstof heeft atoom nummer 6 
Dus 6 protonen en 6 elektronen.

Slide 16 - Slide

Koolstof
Atoomnummer    = aantal protonen
                                     = aantal elektronen.
Atoommassa         =
 aantal protonen + aantal neutronen 
Koolstof heeft atoomnummer 6.
Dus 6 protonen en zes elektronen.
Atoommassa 12.
Dus 6 protonen en zes neutronen.  

Slide 17 - Slide

Isotopen


Soms komen in de natuur verschillende samenstellingen van atomen voor. De atoommassa verschilt dan, je noemt dit isotopen.

Koolstof heeft verschillende isotopen. Om de atoommassa duidelijk aan te geven schrijf je achter het atoom dit:


C-12
(massagetal 12, dus 6 p en 6n)
C-13
(massagetal 13, dus 6 p en 7 n)
C-14
(massagetal 14, dus 6 p en 8 n)

C-14 heeft ioniserende straling de andere 2 niet. 

Slide 18 - Slide

Huiswerk

Maken Hoofdstuk 8 paragraaf 1 Atomen als stralingsbron.

Digitaal

Slide 19 - Slide