This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.2 De bloedsomloop (deel 2)
Slide 1 - Slide
Deze les.
Herhaling namen onderdelen namen bloedsomloop.
Uitleg Bloedvaten stelsel deel 2.
Zelfstandig werken.
Slide 2 - Slide
poortader
holle ader
aorta
nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
longslagader
Slide 3 - Drag question
Leerdoelen deze basisstof.
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. (deze les)
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen. (Vorige les)
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. (deze les)
Slide 4 - Slide
Dubbele bloedsomloop
Hart is een dubbele pomp.
Kleine bloedsomloop:
hart -> Longen -> hart
Grote bloedsomloop
hart -> Rest van het lichaam ->Hart.
Bloed komt altijd twee keer door het hart
Slide 5 - Slide
Slagader
Bloed komt van het hart.
Hoge bloeddruk.
Daarom dikke wand.
Diep in het lichaam.
gaan naar de organen toe.
Slide 6 - Slide
haarvaten
Liggen in de organen
Worden steeds kleiner en kleiner.
bloeddruk steeds lager.
wand is 1 cellaag dik.
Voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstof en koolstofdioxide komen het bloed in of gaan er uit.
Worden daarna steeds groter en komen uit in aders.
Slide 7 - Slide
ader
Bloed gaat naar het hart.
Bloeddruk laag.
Dunne wand.
Oppervlakkig in het lichaam.
Kleppen.
Bloed gaat weg van de organen.
Slide 8 - Slide
Belangrijke punten
Dubbele bloedsomloop -> Kleine en grote bloedsomloop.
Verschil Slagaders, haarvaten en aders.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De aorta is .........
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm
Slide 11 - Quiz
Opdracht 1B
Vergelijk met afbeelding 2.
welke kleur had een bloedvat als het zuurstofrijk is?
Slide 12 - Slide
Opdracht 3
Bekijk het plaatje goed, wat voor bloedvat is het?
Lees de tekst over .....
Welke stoffen moeten naar de cel toe?
Welke stoffen moeten een cel uit?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Maken
Opdracht 1 t/m 10
Samenvattingsopdracht maken we wel.
5 min opstarten en vragen stellen.
dan 5 min stil werken.
SLUIT DE LESSONUP NOG NIET AF!
timer
1:00
Slide 15 - Slide
Opdracht 2 bespreken.
Slide 16 - Slide
Ik kon deze les goed meedoen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Ik heb mijn werk afgekregen tot opdracht
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 18 - Poll
Deze opdracht vond ik het moeilijkst.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 19 - Poll
Ik heb de leerdoelen goed begrepen. 3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. 3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen. 3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.