This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Herhaling leerdoelen 8.1
Je kunt uitleggen hoe in spieren energie ontstaat en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.
Je kan uitleggen wat het begrip verbranding is en wat je er voor nodig hebt
Slide 2 - Slide
Wat is verbranding?
A
Een reactie tussen brandstof en koolstofdioxide
B
Een reactie tussen brandstof en water
C
Een chemische reactie
D
Energie verbruiken
Slide 3 - Quiz
Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam
Slide 4 - Quiz
Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water
Slide 5 - Quiz
Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel
Slide 6 - Quiz
Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 7 - Quiz
lesdoel
Uitleggen hoe de ademhaling werkt
De onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen
Voordelen van neusademhaling benoemen
Slide 8 - Slide
lesopzet
voorkennis bewegen
uitleg
opdrachten
Slide 9 - Slide
Bij bewegen werken orgaanstelsels samen
Slide 10 - Slide
beweging 8.1
Ademhaling:
zuurstof opname voor verbranding
CO2 uitscheiding na verbranding
Verbranding:
energie komt vrij -> bewegen
brandstof: glucose
warmte
Vertering:
aanvulling van energierijke voedingsstoffen
Slide 11 - Slide
Hoe werkt het?
ribben en borstbeen: komen omhoog
middenrif: drukt omlaag, buik zet uit
longen: zuigen lucht aan
daarna andersom: uitademing
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
de longblaasjes
Slide 15 - Slide
longblaasjes
Slide 16 - Slide
Afvalstoffen kwijt raken
Afvalstoffen van de verbranding raakt je lichaam kwijt:
Koolstofdioxide door je longen
Water door je:
- Longen (uitademen)
- Nieren (urine)
- Huid (zweet)
Slide 17 - Slide
opdrachten 8.2
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
lesdoel
Uitleggen hoe de ademhaling werkt
De onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen
Voordelen van neusademhaling benoemen
Slide 20 - Slide
longblaasjes
Slide 21 - Slide
ademen door je neus of door de mond?
Slide 22 - Slide
Neus ademhaling
Neus haren houden grove deeltjes tegen met het neusslijmvlies. Hieraan blijven fijne stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. Trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte.
Ingeademde lucht wordt verwarmt
Ingeademde lucht wordt vochtiger
Ingeademde lucht wordt gezuiverd.
Slide 23 - Slide
Slijmvlies
De binnenkant van de luchtwegen is bekleed met slijmvlies.
In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken