6.4. Soms helpt de overheid

Wat hebben we gedaan?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat hebben we gedaan?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Met welk voorwerp wordt de maatschappelijke positie bepaald?
A
snijplank
B
Ladder
C
Glazen plafond
D
Verdieping

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

geld

Macht
Kennis
Talent

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is sociale mobiliteit?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welke persoonlijke eigenschappen heb je nodig om te stijgen?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Discriminatie
Als je een baan zoekt, kun je te maken krijgen met discriminatie. Discriminatie komt voor op basis van:
- Afkomst: allochtonen vinden moeilijker een baan.
- Geslacht: sommige werkgevers hebben liever mannen dan vrouwen / mannen verdienen meer in sommige beroepen.
- Leeftijd: Mensen boven de 50 vinden moeilijk een baan.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Karel is 50 en solliciteert voor een baan als projectmanager. Karel wordt afgewezen, zonder een duidelijke reden. Welke vorm van discriminatie kan bij Karel een rol spelen?
A
Zijn uiterlijk
B
Zijn leeftijd
C
Omdat hij een man is

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Geef aan of je anoniem solliciteren een goed idee vindt, waarom wel of waarom niet?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ontslag
Als je werkt, kun je te maken krijgen met ontslag.
Als je zelf ontslag neemt of je wordt ontslagen, dan moeten werknemers en werkgevers zich houden aan een opzegtermijn.
Als je op staande voet ontslagen wordt, is er geen sprake van een opzegtermijn. Je moet dan onmiddelijk het werk verlaten en je hebt geen recht op een uitkering.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat doet de overheid?

Als je niet kunt werken of je raakt je baan kwijt dan helpt de overheid je: je krijgt dan een uitkering. Er bestaan verschillende soorten uitkeringen.
- WW: als je werkloos bent geworden
- Bijstand: als je al langer dan 2 jaar geen baan hebt.
- AOW: als je 67 jaar bent, hoef je niet meer te werken en krijg je AOW.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verzorgingsstaat
Omdat de overheid zorgt voor uitkeringen is Nederland een verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat kost veel geld, daarom betalen we loonbelasting. Van dat geld kan de overheid de uitkeringen betalen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

begrippen
De volgende begrippen moet je kennen bij deze les. Klik op de sterren voor de uitleg van de begrippen.
Discriminatie (bij sollicitaties) betekent
Ontslag op staande voet
Bijstand krijg je wanneer je
Verzorgingsstaat
dat mensen niet gelijk behandeld worden
je onmiddelijk het bedrijf moet verlaten
wanneer je geen werk hebt of geen inkomsten hebt
een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bij je werk heb je een opzegtermijn. Dat is:
A
een periode waarin je bij je oude baas moet blijven werken.
B
de tijd die je krijgt om te zeggen dat je het oneens bent met je ontslag.
C
de proefperiode als je ergens gaat werken.
D
de tijd die je krijgt om je in te werken.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een baas iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.
2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 15 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een baas iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.
2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 16 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

Wanneer kan een baas je op staande voet ontslaan?
A
Als het bedrijf geen geld meer heeft.
B
Als je meer loon wilt hebben.
C
Als je opzegtermijn is afgelopen.
D
Als je spullen steelt op je werk.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een land met een overheid die veel geld uitgeeft aan onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen is:
A
Een luilekkerland
B
Een verzorgingsstaat
C
Een verzorgend land
D
Een bijstandsland

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verzorgingsstaat?
Een land waar:

A
mensen bijna nooit een uitkering krijgen.
B
de overheid burgers helpt als dat nodig is.
C
de overheid mensen niet helpt.
D
mensen de overheid moeten helpen.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wouter heeft geld op zijn werk gestolen. Kan zijn baas hem nu op staande voet ontslaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Om alle uitkeringen te betalen betaal je over je loon
A
Belasting en verzekeringspremies
B
Niks
C
belasting en ww- uitkering
D
verzekeringspremies en aow

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions