Veilig, hygiënisch, ergonomisch en milieuvriendelijk schoonmaken.



Chloor is een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson



Chloor is een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz


De juiste volgorde tijdens het schoonmaken is: van schoon naar vuil werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz



Oplosmiddelen zijn milieugevaarlijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


Het is de bedoeling om eerst het zware werk, dan het lichte werk te doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz


Doseren is slechter voor het milieu en het schoonmaak-resultaat.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz


Schoonmaakmiddelen moet je altijd buiten het bereik van kinderen houden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz



Door goede hygiëne kun je infectieziektes voorkomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


Spons en zeem zijn schoonmaakmaterialen om klamvochtig schoon te maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz


Til een stofzuiger niet op maar laat het zoveel mogelijk achter je aan rollen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz



Dweilen is ergonomischer als moppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


Een giftig schoonmaakmiddel wordt aangeduid met een gevaarsymbool en uitroepteken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Natuurlijke zuren zoals citroen en azijn zijn het minst schadelijk voor het milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz


Dit is geen goede houding om was uit de wasmachine of droogkast te halen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Ergonomie is een vakterm die aangeeft dat je verstandig met je lichaam moet omgaan tijdens het werk. Hier wordt mee bedoeld dat je werk je niet ziek mag maken. Je lichaamshouding moet zo goed mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz


Stofwissen op de grond met stoffer en blik doe je het beste door met je knie op de grond te steunen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz


Door het gebruikmaken van meer schoonmaakmiddel wordt iets veel schoner.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz


Allereerst begin je met het afwassen van de schone vaat, waarna je steeds de viezere vaat wast.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz



Ga bij laag werk nooit op de hurken zitten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz



Dit is de juiste houding om een wc schoon te maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz


Meng altijd schoonmaakmiddelen, dan kunnen er geen schadelijke gassen ontstaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz


Hardnekkige kalkaanslag kun je niet verwijderen met schoonmaakazijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz


Steun nooit met je ene hand op het oppervlak terwijl je met de andere hand schoonmaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz


Schoonmaakmiddelen kunnen schadelijke stoffen bevatten die niet alleen slecht zijn voor het milieu, maar ook in de lucht blijven hangen of zich aan het interieur hechten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz



Klamvochtig schoonmaken doe je met weinig water.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz



Dit is de juiste manier om een wasmand op te tillen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz



Bij ontsmetten doodt je kalkaanslag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz


Eén theelepel afwasmiddel in het water is voldoende voor een gemiddelde handafwas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz


Voorwerpen die geduwd of getrokken moeten worden mogen te zwaar zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz


Doseren= het afmeten van de juiste hoeveelheid schoonmaakmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz



Afbeelding 2 geeft een ergonomische houding weer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz