NT2 taalondersteuning
….. boompje staat in de tuin.
A
het
B
de
1 / 17
Items in this lesson
….. boompje staat in de tuin.
A
het
B
de
Slide 1 - Quiz
....... kastanje ligt op de grond.
A
de
B
het
Slide 2 - Quiz
Ik vind ........ Engels een moeilijke taal.
A
de
B
het
Slide 3 - Quiz
Welke letter komt na ....... D?
A
de
B
het
Slide 4 - Quiz
Waar is ...... gouden horloge?
A
de
B
het
Slide 5 - Quiz
..... docenten hebben morgen studiedag.
A
de
B
het
Slide 6 - Quiz
Sjouwen is heel hard roepen.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Waar werkt een matroos?
A
In het ziekenhuis
B
op een boot
C
in een vliegtuig
D
in de trein
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je een podium in een circus?
A
doek
B
zaal
C
piste
D
toneel
Slide 9 - Quiz
Wat zit in je koffer?
A
wieltjes
B
een auto
C
bagage
D
een bagagelabel
Slide 10 - Quiz
Wat is een ander woord voor boeiend?
A
leuk
B
mooi
C
saai
D
interessant
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je de twee ronde dingen op de rug van een kameel?
A
bullen
B
bulten
C
bollen
D
bolten
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Noem een aantal werkwoorden?
Slide 14 - Mind map
Noem een aantal voltooid deelwoorden
Slide 15 - Mind map
Wat is een werkwoord?
Slide 16 - Open question
Wat is een voltooid deelwoord?
