In tweetallen bedenk je een kort gesprek (dialoog) dat plaatsvindt op een bepaalde locatie.
Je houdt de locatie geheim!!!
Kies uit: 1. de supermarkt, 2. het ziekenhuis, 3. de bibliotheek, het vliegtuig, de auto, de trein, de kledingwinkel, het klaslokaal, de bioscoop, het schoolplein,
Slide 20 - Slide
Ra-ra waar zijn we?
de supermarkt
het ziekenhuis
de bibliotheek
het vliegtuig
de auto
Ra-ra waar zijn we?
6. de kledingwinkel
7. het politiebureau
8. het strand
9. de bioscoop
10. de markt
Slide 21 - Slide
Uitvoering
Je speelt je gesprek/dialoog voor de groep
De andere leerlingen schrijven de woorden op waaraan ze de locatie herkennen.
Wie weet welke locatie is gekozen?
Slide 22 - Slide
Running dictation
Welk tweetal heeft als eerste de 15 woorden gehaald?
tweetallen A en B
15 post-its per tweetal
Slide 23 - Slide
Running dictation
Leerling A rent naar de gang zonder pen en papier.
Ziet 15 woorden staan.
Probeert 1 of meer woorden te onthouden en rent terug naar B.
A vertelt het woord aan B en deze schrijft het goed op!
Welk tweetal is het snelst?
Slide 24 - Slide
Maandag 23 januari!
Huiswerk persoonlijk voornaamwoord
Uit het boek A tot zin maken blz. 64 nr. 2 en blz. 65 nr. 3
Uit het boek Klare taal maken les 3 blz. 17 nr 1,2,3,4,5,6 en 7.