8. RM1A 19-9-2023 (leesboek + schrijven)

Welkom!
Pak je spullen uit je tas en leg alles op de hoek van je tafel.

Je hebt nodig vandaag:
  • leesboek
  • boek en Chromebook
  • A4 - schrift (lijntjes)
  • pen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je spullen uit je tas en leg alles op de hoek van je tafel.

Je hebt nodig vandaag:
  • leesboek
  • boek en Chromebook
  • A4 - schrift (lijntjes)
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Leesboek - stillezen 
Cursus taal - §5 formeel en informeel
Thema A - §5 publiek (schrijven)
Thema B - §7 een korte instructie schrijven


Leerdoelen
Zelf aan de slag
Evaluatie les

Slide 2 - Slide

timer
7:00

Slide 3 - Slide

Huiswerkcontrole

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Je leert het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik herkennen.
- Je leert rekening houden met het publiek waarvoor je schrijft.
- Je leert een korte instructie schrijven

Slide 5 - Slide

Inleveren
- Aan het einde van de module schrijf je een korte instructie voor een opdracht.

Voor deze opdracht krijg je een cijfer.

Slide 6 - Slide

Publiek
Als je een tekst schrijft, houd je rekening met je publiek, de lezers. 

  • wat weten je lezers al en wat moeten ze te weten komen?
  • hoe je het publiek aanspreekt: zeg je je en jij of liever u?
  • hoe je lay-out eruit moet zien: wil je veel plaatjes of juist niet? Gebruik je verschillende                    en kleuren of wil je juist zwarte letters gebruiken en dik- of schuingedrukt?


lettertypen

Slide 7 - Slide

Opdracht 1
Stel, je bent het niet eens met het cijfer dat je voor een toets hebt gekregen.

Schrijf een kort bericht naar een vriend(in) waarin je dit vertelt.
Let op je taalgebruik naar je vriendin. Welke woorden kun je wel en niet gebruiken?

Slide 8 - Slide

Bijvoorbeeld
Yo,
Hoor nou wat die man van wiskunde heeft gedaan! Hij heeft mij een onvoldoende gegeven voor die ene toets! Zwaar balen… Super onterecht ook!
Ik ga hem mailen. Dit pik ik niet!
Later!

Slide 9 - Slide

Opdracht 2
Stel, je bent het niet eens met het cijfer dat je voor een toets hebt gekregen.

Schrijf een kort bericht naar jouw docent waarin je dit vertelt.
Let op je taalgebruik naar je docent. Welke woorden kun je wel en niet gebruiken?

Slide 10 - Slide

Bijvoorbeeld
Beste meneer van Merode,
U heeft mij een onvoldoende gegeven voor de toets van wiskunde. Nu heb ik het nagekeken, maar volgens mij klopt mijn cijfer niet helemaal. Zou u hier binnenkort even met mij naar willen kijken?
Met vriendelijke groeten,
Niels

Slide 11 - Slide

Opdracht 3
Wat zijn de grootste verschillen in de twee berichten die je net geschreven hebt?
Vergelijk je taalgebruik en woordkeuze in beide berichten.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

  • Ga naar Peppels - module
    M1 schrijven (periode 1)        

     
  • Werk stap voor stap aan de opdrachten. 

ZELF AAN DE SLAG

Slide 14 - Slide

Evaluatie les
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 15 - Slide

Huiswerk volgende les

Slide 16 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 17 - Slide