Ruggenmerg: veel zenuwen bij elkaar beschermd in het wervelkanaal
Slide 3 - Slide
actie rust
Slide 4 - Slide
Begrippen
Zintuigcellen noemen we receptoren: prikkel omzetten in impuls
Zenuwcellen/neuronen noemen we conductoren: geleiden impulsen
-sensorische neuron
-schakel neuron
- motorische neuron
Spieren en klieren noemen we effectoren: reageren op de impuls
Slide 5 - Slide
Anatomie van een zenuw(cel)
Zenuwcel Ook wel neuron genoemd
Neuron =/= Zenuw
Slide 6 - Slide
Myelineschede
Mylineschede: gliacellen die cellen van Swann heten maken de schede aan
Geen Synaptogenese
Van ~ 2 m/s naar ~ 120 m/s
BiNaS 88A
Slide 7 - Slide
3 types:
Sensorische neuron
Schakel neuron
Motorische neuron
Slide 8 - Slide
Gliacellen
Gliacellen = ondersteunende cellen
1011 neuronen +1012 gliacellen
cellen van Schwann
astrocyten (bloed hersen barriere)
Slide 9 - Slide
Cellulaire plasticiteit
myelinisatie: aanmaak myelineschede rondom uitlopers: impulsoverdracht gaat veel sneller. Synaptogenese is daarna niet meer mogelijk.
Slide 10 - Slide
Grijze en witte stof
<----- zenuwcellen
<----- zenuwen + ruggenmerg
Witte stof:
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)
Myeline is wittig = Witte stof
Grijze stof: Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen
spinale ganglia (ev: ganglion).
Slide 11 - Slide
In de hersenen ligt de grijze stof aan de buitenkant, witte stof binnenin.
In het ruggenmerg ligt de grijze stof binnenin en de witte stof aan de buitenkant.
Slide 12 - Slide
Neurotransmitter Binas 88G
Slide 13 - Slide
Exciterend of inhiberend
Slide 14 - Slide
Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De celkernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia (ev: ganglion).
= verdikking van sensorische zenuw)
Slide 15 - Slide
vragen
VRAGEN?
Slide 16 - Slide
Welk neuron eindigt bij een spier?
A
schakelcel
B
sensorisch neuron
C
motorisch neuron
Slide 17 - Quiz
Impulsoverdracht verloopt van het postsynaptisch neuron naar het presynaptisch neuron.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter. In de afbeelding is schematisch een neuron weergegeven. Waar wordt adrenaline als transmitterstof door dit neuron afgegeven?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R
D
Op plaats S
Slide 19 - Quiz
Waar ligt het cellichaam van de motorische neuron?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel
Slide 20 - Quiz
Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel / sensorisch neuron?
A
in de witte stof
B
in de grijze stof
C
in het spinaal ganglion
D
in het centrale kanaal
Slide 21 - Quiz
Welk neuron is een sensorisch neuron?
A
Neuron 1
B
Neuron 2
C
Neuron 3
Slide 22 - Quiz
Wat is de maximale lengte van een zenuwcel (neuron)?
A
~ 1 μm
B
~ 1 mm
C
~ 1 cm
D
~ 1 m
Slide 23 - Quiz
Wat voor soort zenuwcel/neuron is P?
A
Motorische neuron
B
Sensorische neuron
C
Schakelneuron
Slide 24 - Quiz
Plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Pijnprikkel in je bovenarm
1
2
3
4
5
6
7
Neurotransmitters komen op spier terecht
impuls naar motorische zenuwcel
impuls naar eerste schakelcel
Ontstaan impuls in Sensorische zenuwcel
Armspier trekt samen
Impuls naar bewegingscentra
Impuls naar gevoelscentra grote hersenen
Slide 25 - Drag question
Aan de slag
22 t/m 30 van thema regeling
Dit huiswerk is ook voor volgende week donderdag, als je het al af hebt voor morgen loop je dus voor.