Willem III als dwarsligger
Verschillen toen (1848) en nu:
- censuskiesrecht: alleen mannen die een minimum aan belasting betaalden mochten stemmen (2.5% van bevolking)
- geen politieke partijen/ stemmen op personen. Districtenstelsel. NL verdeeld in districten. Uit ieder district 1 persoon naar de 2e K.
- Willem III vaak conflict met 2e K. 1866 gaf hij toe dat niet hij, maar het parlement de macht had.
Sindsdien heeft het parlement (dus het volk) het voor het zeggen).