H2.2 Hoogtelijnen op de kaart HUI*

Meetkunde
2.2 hoogtelijnen op de kaart
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Meetkunde
2.2 hoogtelijnen op de kaart

Slide 1 - Slide

Leerdoelen H2.1 Koers en Kaart
- Het kennen van de 16 windrichtingen.
 - Weten wat een koers is, een koers kunnen aflezen en uitzetten
     (uitzetten = zelf tekenen).
- Weten welke (wind)richting een koershoek ongeveer heeft.
- Het kunnen werken met schaal en een schaallijn.

Bedenk voor jezelf of je deze leerdoelen nu beheerst.


Slide 2 - Slide

Herhaling:
De windrichting van
de gele pijl is
A
NNO
B
NOO
C
ONN
D
ONO

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen H2.2 Hoogtelijnen op een kaart
- Het herkennen van een hoogtekaart
- Het kunnen aflezen van hoogtelijnen op een hoogtekaart.
- Aan de hoogtelijnen kunnen zien dat bijv. een gebied vlak of steil is.
- Zelf, stap voor stap, een verticale doornede kunnen tekenen van een 
   hoogtekaart.

Bedenk voor jezelf of je deze leerdoelen nu beheerst.


Slide 4 - Slide

H2.2 Hoogtelijnen op een kaart

Slide 5 - Slide

H2.2 Hoogtelijnen op een kaart
Kijk goed naar de hoogtekaart.

Slide 6 - Slide

H2.2 Hoogtelijnen op een kaart
Kijk nog eens heel goed naar deze hoogtekaart.

Slide 7 - Slide

Wat is de afstand
tussen de hoogtelijnen?
A
450 m
B
150 m
C
10 m
D
50 m

Slide 8 - Quiz

Hoe hoog kan de top op
deze hoogtekaart zijn?
A
450 m
B
500 m
C
475 m
D
425 m

Slide 9 - Quiz

H2.2 Hoogtelijnen op een kaart
Een hoogtekaart geeft veel informatie 
over het landschap.
Hiernaast staat de hoogtekaart 
met een route van A naar B.
Maar hoe loopt die route nu in het echt?

Dat zie je met een verticale doorsnede van het landschap.

Slide 10 - Slide

H2.2 Hoogtelijnen op een kaart
In het filmpje hierna wordt uitgelegd hoe je, stap voor stap, 
een verticale doorsnede tekent. 




LET OP:
In het filmpje wordt de lijn op de hoogtekaart 
niet netjes horizontaal gelegd, maar dit moet wel! 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Leerdoelen H2.3 Doorsnede en lichaamsdiagonaal
  • Begrijpen wat een doorsnede is en hoe die eruit kan zien
  • Tekenen van een verticale doorsnede van een wiskundig lichaam
  • Diagonaalvakken herkennen en benoemen 

Bedenk voor jezelf of je deze leerdoelen al beheerst.


Slide 13 - Slide

Welke doorsnede hoort bij welke letter? 
A:             B:           C: 
1
2
3

Slide 14 - Drag question

Doorsneden
Bij een kegel zijn ook verschillende verticale doorsnedes mogelijk. Het worden nu alleen driehoeken i.p.v. cirkels.

Slide 15 - Slide

Doorsnede van een wiskundig lichaam
Je ziet hier een plaatje van een kegel.
Er zijn verschillende horizontale doorsnedes in getekend.
Let op: hoe hoger de doorsnede zit, hoe kleiner de cirkel wordt!
Vraag: Bedenk eens hoe een verticale doorsnede van deze kegel eruit kan zien.

Slide 16 - Slide

Diagonaalvlak in een kubus
Een kubus heeft 6 diagonaalvlakken.
Dat zijn de schuine vlakken die de kubus 
precies in twee gelijke delen
(prima's) verdelen.

Slide 17 - Slide

Doorsneden
Kijk nu goed naar 
de kubus ABCD EFGH.
Eén diagonaalvlak is getekend. 

Hoe heet dit vlak?

Slide 18 - Slide

Het getekende
diagonaalvlak
heet:
A
BFDH
B
BDHF
C
BDFH
D
BFHD

Slide 19 - Quiz

H2.3 Doorsneden
Aanpak bij vraag a): 
Maak een schets van ACGE en zet erbij wat je al weet (Hoofdletters en maten)
Bereken de lengte die je nog niet weet (AC met de St. v. Pythagoras)
Teken de doorsnede ACGE op ware grootte. Teken netjes en met potlood !

Slide 20 - Slide

H2.3 Doorsneden
a)
CG = 2 cm (gegeven)
AC =
AC = 5,3 cm

(42+3,52)

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Maken van H2.2 de volgende opdrachten: 21, 23, 24, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 37 in je schrift.

EN

Maken van H2.3 de volgende opdrachten: 38 tot en met 43 in je schrift.


Slide 22 - Slide