Thema 3 basisstof 3: Genenparen

Genenparen
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Genenparen
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen

Slide 2 - Slide

Basisstof 1 en 2
Een chromosoom bevat veel genen. 
Gen = een deel van een chromosoom met informatie voor één erfelijke eigenschap


Slide 3 - Slide

Basisstof 2
Hoeveel geslachtschromosomen
zitten er in een huidcel?

Hoeveel geslachtschromosomen
zitten er in een zaadcel?


Slide 4 - Slide

Genenpaar
Op elke chromosoom zitten 
dus genen. 

Het gen komt dan dus ook op 
beide chromosomen voor

Slide 5 - Slide

Homozygoot en heterozygoot
Genen kunnen hetzelfde maar ook
anders zijn

Twee gelijke genen = homozygoot
Twee ongelijke genen = heterozygoot

Slide 6 - Slide

Dominant & recessief
Bij iemand met twee gelijke genen komt er maar 1 van de 2 tot uiting. Dus je ziet er maar 1. 

Vb. Of blauwe ogen of bruine ogen. 

Genen zijn dan dominant of recessief

Slide 7 - Slide

Dominant gen
Dominant gen = Een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk 

Het dominante gen geven we aan met een hoofdletter.

Vb. ogen
De bruine kleur van je ogen is dominant
Het wordt dan aangegeven met B

Slide 8 - Slide

Recessief gen
Recessief gen = komt alleen tot uiting in het uiterlijk als er geen dominant gen aanwezig is. 
Recessief gen wordt aangegeven met een kleine letter

Vb. Ogen
Blauwe kleur van je ogen is recessief 
Het wordt dan aangegeven met b

Slide 9 - Slide

Fenotype & genotype

Slide 10 - Slide

Intermediair 
Bij sommige eigenschappen is er geen duidelijke recessieve en dominant gen. 
In het uiterlijk komt dan een mengelsmoes van de twee eigenschappen. (zie afbeelding 15)


Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
Wat kan je doen?
Maken basisstof 1 t/m 3 


Slide 12 - Slide

Afsluiting
Huiswerk 
Maken basisstof 1 t/m 3

Doel:
Je kan de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype uitleggen

Slide 13 - Slide