This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Signaalwoorden Examenteksten Engels
Slide 1 - Slide
Signaalwoorden oftewel Linking Words
Geven het verband (relatie tussen 2 delen in de tekst) van zinnen en alinea's in een tekst weer.
Geven belangrijke informatie over de opbouw van een tekst.
Samengevat: Een signaalwoord maakt de structuur in een tekst (de tekststructuur) duidelijk.
Slide 2 - Slide
linking words
Slide 3 - Mind map
Voorbeeld
for example = bijvoorbeeld such as = zoals
Voorwaarde
except = behalve
if = als, nadien
unless = tenzij
Slide 4 - Slide
He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as
Slide 5 - Quiz
Conclusie
consequently = dus in conclusion = concluderend in short = kortom
since = sinds
Slide 6 - Slide
Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?
Slide 7 - Open question
Tegenstelling
but = maar although = echter however = maar, echter instead (of) = in plaats daarvan still = toch even though = zelfs al, ook al despite = ondanks yet = echter
Slide 8 - Slide
Welke van deze is GEEN linking word van tegenstelling?
A
even so,
B
however,
C
consequently
D
despite
Slide 9 - Quiz
What linking word shows a cause?
A
Despite
B
So
C
However
D
Due to
Slide 10 - Quiz
Vergelijking
compared to/with = vergeleken met just like/as = net als similarly = op dezelfde manier likewise = evenzo
Oorzaak en gevolg
as a result of = als gevolg van
because = omdat
therefore = daarom, dus
so = dus
Slide 11 - Slide
Welke 'linking words' gebruik je om meer informatie te geven?
A
also
B
first
C
however
D
too
Slide 12 - Quiz
Opsomming
and = en also = ook besides = bovendien first of all, second, third = ten eerste, tweede, derde furthermore = verder too = ook as well = ook moreover = bovendien