220928 KmdP

• Levensbeschouwing
• HBO
• Studiejaar 1,3

Kennismaken met de Praktijk-II

27 september 2022

Wat zie je?

Voorbereidingsopdracht

Waarom is de taal belangrijk?

Taalregels

Het lidwoord

  

Snelle start pagina 124

(Van der Ende, 2019, p. 124)

in/van/uit

1. in
2. van
3. uit

die/dat/deze

1. die
2. dat
3. deze

te danken aan/te wijten aan

1. te danken aan
2. te wijten aan

in/met/van

1. in
2. met
3. van

door/van/in

1. in
2. door
3. van

die/dat

1. die
2. dat

vanwege/door/met

1. vanwege
2. door
3. met

bestond/bestonden

1. bestond
2. bestonden

alle/allen

1. alle
2. allen

hun/ze

1. hun
2. ze

hen/hun

1. hen
2. hun

die/dat/deze

1. die
2. dat
3. deze

dan/als

1. dan
2. als

kent/kennen

1. kent
2. kennen

beseffen/beseffen zich

1. beseffen zich
2. beseffen

in/van/op

1. in
2. van
3. op

tenslotte/ ten slotte

1. tenslotte
2. ten slotte

jou/jouw

1. jou
2. jouw

Taalregels

1 verwijzen

Taalregels

2 verwijzen

zijn

haar

het

Taalregels

3 met wie/waarmee

De man ... daar loopt is de postbode.

........ ik nog een appeltje te schillen heb.

die

dat

wat

welke

met wie

waarmee

Het ergste ... hij mij heeft aangedaan is mij verdacht maken bij het ministerie van onderwijs

en ... ambtenaren.

die

dat

wat

welke

zijn

haar

4 Incongruentie

5 Beide, beiden of Biden?

Joe Biden en zijn vicepresident lieten zich beiden/beide testen op corona.

1. beide
2. beiden
3. Biden

De verkoudheidsverschijnselen deden zich voor op maandagmorgen.
..... bewindslieden hadden op zondag een kerkdienst bijgewoond.

1. beide
2. beiden
3. Biden
4. Beide

Een aantal kerkgangers .... geen coronatest gedaan.

1. had
2. hadden
3. heeft
4. hebben

6 als...dan

Groter dan

Even groot als

www.cambiumned.nl

Savater lezen

6 als...dan

Groter dan

Even groot als

7 Hun/hen/ze